Jonathan Scheerder was jaren geleden actief bij de SP. In die tijd heeft hij veel geleerd over de strategie die zij toepasten. Die was niet perfect, maar er valt veel van te leren, betoogt hij.
De afgelopen 30 jaar hebben we in Nederland de opkomst en de neergang van de Socialistische Partij mogen aanschouwen. Nog niet zo lang geleden bonkte de SP onder Jan en later Emiel Roemer hard op het torentje, maar tegenwoordig is daar nog weinig van over. Zelf ben ik in mijn 18e levensjaar lid geworden van de SP in 2017 en ben vijf jaar later gedwongen uitgeschreven omdat ik verbonden was aan de mondige jongerenorganisatie ROOD. Toen ROOD nog bij de SP zat, heb ik veel geleerd over hun activistische strategiën. Daar zaten zeker problemen aan, maar er waren ook ideëen waar we nog steeds van kunnen leren.
de SP
De Socialistische Partij heeft echt serieuze gebreken en is het vertrouwen van grote delen van de arbeidersklasse verloren. De democratische structuren zijn dusdanig ingericht dat de macht verdeeld wordt op basis van loyaliteit aan de leiding. Hierdoor ontstaat een dynamiek waarin kritisch denken wordt bestraft en meningsverschillen niet op inhoud beslecht worden maar via persoonlijke conflicten worden uitgevochten. Hoewel er meer dan genoeg te zeggen valt over wat voor sociale dynamiek dit veroorzaakt, en hoe problematisch de sociale relaties binnen de partij zijn, wil ik dat buiten beschouwing laten in dit artikel.
Deze structuren verklaren ook deels de verrechtsing die de partij heeft doorgemaakt. De macht in de partij lag niet bij de leden maar bij de functionarissen van de partij. Zij hebben andere belangen dan hun leden, omdat zij voor hun inkomen afhankelijk zijn van de partij. Wanneer zij de macht hebben, gaat dat dus ten koste van de band die de partij heeft met de leden en de achterban. De functionarissen proberen hun inkomen te beschermen door maar te zeggen wat ze denken dat de stemmers willen horen. Doordat dit zo doorzichtig is en doordat ze zich hierdoor vervreemden van hun werkelijke achterban heeft dit een averechts effect gehad.
Gedurende mijn lidmaatschap heb ik ook een wisseling van de wacht meegemaakt binnen de partij. In de eerste jaren lag de politieke leiding van de partijorganisatie vooral bij Ron Meyer. Later kwam dit leiderschap bij Lilian Marijnissen te liggen. De koers die toen is ingezet, verzwakte de organisatorische kracht van de partij enorm. Onder Ron Meyer werd het actieve kader van de partij onderwezen in activisme en ideologie. Hoewel dit zeer beperkt was en allesbehalve perfect was, wil ik toch wat van de onderwezen theorie weer oprakelen.
Actietrajecten
In de eerste jaren van mijn lidmaatschap geloofde de SP heilig in actietrajecten. Door de massa’s te betrekken in belangenstrijd kwamen zij in aanraking met de machtsverhoudingen in de wereld en zouden zij organisch tot een socialistische ideologie komen. In de praktijk bleek dit wat ingewikkelder dan op papier helaas, maar hopelijk kunnen we de rotte delen van de tomaat wegsnijden om tot de kern te komen.
Ik denk dat het belangrijkste principe in activisme is dat je probeert een dynamiek te creëren waarin je het bewustzijn van mensen verandert. Om uiteindelijk een politieke omslag te verwezenlijken moet er een hele grote groep mensen in de samenleving bewust zijn van de noodzaak van verandering. Deze mensen zullen in een politieke coalitie terechtkomen die de mogelijkheid heeft om de gevestigde orde te dwingen tot verandering. Deze coalitie zal tenminste een werking hebben rondom de vakbond en rondom een politieke partij. Helaas zijn deze instituten op het moment niet gereed. Als er in de samenleving genoeg mensen een degelijk bewustzijn hebben van de noodzaak van verandering, is het mogelijk deze instituten te vormen.
De SP noemde in het scholingsmateriaal drie verschillende vormen van winst: materiële winst, organisatorische winst, en ideologische winst. Materiële winst is wanneer je een concreet resultaat weet te boeken voor de arbeidersklasse. Je voert bijvoorbeeld actie voor het behoud van een zwembad en dat zwembad kan blijven. Organisatorische winst is wanneer je de organisatiegraad van de arbeidersklasse weet te verhogen. Dit betekent dat je mensen lid maakt van een belangenorganisatie (zoals de vakbond of de politieke partij) of dat je een organisatie weet te creëren die de belangen vertegenwoordigt. Het kan ook betekenen dat je een bestaande organisatie weet te versterken door bijvoorbeeld democratische structuren op te tuigen als die er nog niet waren, waardoor de organisatie duurzamer is. Organisatorische winst ligt wat complexer, en wordt hieronder beschreven.
Het schillenmodel
Organisatorische winst kun je analyseren aan de hand van het schillenmodel. Je organisatie is als een ui. In het midden van de ui zit je politieke kern. Elke schil daarbuiten zijn mensen die verder van je politieke kern afstaan. Het doel is dus om mensen van buiten naar binnen te trekken. Van buitenstaanders maak je sympathisanten, van sympathisanten maak je leden, van leden maak je actieve leden, van actieve leden maak je politieke leiders. Voordat je aan de slag gaat is het belangrijk om te kijken welke schil je doelgroep is voor je specifieke daad.
Ideologische winst is wanneer je mensen een klassenbewustzijn kan geven. Mensen worden bewust van hun positie in de arbeidersklasse en hun gemeenschappelijke belang met andere mensen in de arbeidersklasse. Hieruit volgt dat deze mensen zich niet langer laten verdelen door oppervlakkige verschillen of ‘culture war’, maar dat ze samen het belang van de arbeidersklasse aanvechten. Hierin is wel belangrijk om op te merken dat dit niet betekent dat je identitaire zorgen niet serieus moet nemen. Wanneer mensen op basis van hun identiteit worden achtergesteld, zul je hier wel mee moeten dealen en een situatie van gelijkwaardigheid scheppen.
Lokale SP-afdelingen kiezen onderwerpen om actie op te voeren aan de hand van BOND: Breedgedragen, Oplosbaar, Nu en hier, en Diepgevoeld. Een onderwerp moest aan deze vier eigenschappen voldoen om een goed onderwerp voor actie te zijn. Dit is onderdeel van de massalijn: Je kijkt welk probleem er speelt onder de bevolking, maakt een politieke analyse over het probleem en formuleert een politieke oplossing. Als een probleem breedgedragen, oplosbaar, nu en hier en diepgevoeld is, is er een basis om iets te ondernemen met de mensen.
Tactische kwesties
Nu de strategische overwegingen voor de actie besproken zijn wil ik de tactische SP-lessen voor tijdens de actie bespreken. Meestal begint een actie van de SP met een buurtbijeenkomst. Hiervoor worden de mensen uit de buurt uitgenodigd. Je hebt hen al gesproken bij het kloppen om problemen te signaleren. Het liefste geeft de ervaren organizer wat enthousiaste zielen onder de buurtbewoners op dit punt al wat verantwoordelijkheden om die persoon goed te betrekken.
Op de buurtbijeenkomst zelf wordt uitgelegd dat je het probleem niet alleen kan oplossen, dat de SP het probleem niet alleen kan oplossen, maar dat het alleen door middel van gezamenlijke strijd opgelost kan worden. Daarnaast wordt er nagedacht over mogelijke acties. Hierin wordt gebruikgemaakt van de escalatieladder. Elke keer dat er een actie is gevoerd en je nog niet hebt gewonnen, escaleer je de actie door hem groter of krachtiger te maken.
Bij het bedenken van acties worden ook de ‘Rules for Radicals’ van Saul Alinsky van stal gehaald:
- macht is wat je tegenstander denkt dat je hebt
- Blijf bij de ervaring van je eigen mensen maar ga waar mogelijk buiten de ervaring van je tegenstanders
- breek de tegenstander met zijn eigen regels
- Houdt de druk hoog met opvolgende, leuke en gevarieerde acties
- De dreiging van de daad wekt meer angst dan de daad zelf
- Kies een tegenstander en hou daaraan vast. Personificeer deze tegenstander en maak de tegenstelling duidelijk
- Voorspel de reactie van de tegenstander en laat het werken in je voordeel. De actie draait om de reactie.
Het voorspellen van de reactie van de tegenstander gebeurt aan de hand van de wortel en de stok. De wortel is een ‘positieve’ benadering en de stok een ‘negatieve’. De wortel is een kleine tegemoetkoming en de stok is een dreigement.
Niet alleen de tegenstander, maar ook andere spelers worden in kaart gebracht. Dit gebeurt aan de hand van de tegenmachttekening. Hoe verder naar rechts de speler staat, des te positiever verhouden zij zich tot jouw actie. Hoe hoger de speler staat, hoe meer macht zij hebben over de situatie. Het doel is dus om derde partijen naar rechts te trekken, en partijen die op jouw hand zijn naar boven te krijgen.
Concluderend
Deze ideeën rondom activisme hebben een bepaalde kracht die veel linkse organisaties ontbreken. Het gestructureerd nadenken over het bouwen van organisatie, strategie en tactiek is iets dat we als links weer serieus moeten oppakken. Het grootste gebrek aan de SP was dat ze niet goed wist met de buurtcomités die ze oprichtte. Het lukte vaak niet om deze te politiseren en langdurige organisatie bleef vaak uit, waardoor het activisme bij het rechtleggen van stoeptegels bleef. Er is meer nodig dan dat. Toch is de omgekeerde strategie die veel linkse organisaties nu hanteren ook problematisch. Linkse organisaties schieten nu via sociale media politieke statements de wereld in maar raken daar soms de verbintenis met het nu en hier kwijt. De gulden middenweg ligt ergens tussenin, en ik hoop dat dit stuk bijdraagt aan het vinden daarvan.