Tijdens de Nationale Herdenking van de Bevrijding in Wageningen besloot minister van Oorlog Brekelmans dat geschiedenis zijn oorlogspropaganda niet in de weg staat. Wij zouden in een periode van ‘tachtig jaar zonder oorlog’ hebben geleefd, ondanks dat het westen in de afgelopen decennia allerlei bombardementen en oorlogen heeft gesteund en uitgevoerd.
De afgelopen tijd vliegt de oorlogspropaganda je om de oren. Van de ‘NAVO door Nederland-tour’ tot allerlei filmpjes door onze nationale media-omroepen: het lijkt erop dat de werkende mensen in Nederland op alle mogelijke manieren klaargestoomd moeten worden voor oorlog en vernietiging.
Ook de geschiedenis moet eraan geloven. Op 5 mei, de dag waarop we de bevrijding van het fascistische nazi-regime vieren, besloot de huidige minister van Oorlog, Ruben Brekelmans, dat de geschiedenis verzwegen kan worden wanneer hij oorlogspropaganda moet maken. Het valt in een breder rijtje van de vervalsing of verzwijging van de geschiedenis voor de oprichting van een nationale mythe van kapitalistische, liberale ‘vreedzaamheid.’ De vele conflicten die het westen in de wereld heeft ontketend, de strijd van de Sovjet-Unie tegen het fascisme op het oostfront en het heldhaftige, grotendeels communistische, verzet in Nederland passen niet in dat plaatje. Dus worden deze feiten verzwegen of verdraaid.
De propaganda
De eerste zin die de minister na zijn welkomstwoord uitspreekt, is tekenend voor zijn moedwillige onwetendheid. ‘Niet vaak in de Nederlandse geschiedenis beleven we een periode van tachtig jaar zonder oorlog’, stelt hij. Deze zin is, volgens alle standaarden, niet waar. We kunnen uiteraard wijzen naar het Nederlandse bondgenootschap met de VS, dat misschien wel het gewelddadigste land op aarde is, maar Nederland heeft zelf ook oorlog gevoerd. Wie kan bijvoorbeeld de koloniale terreur van de ‘politionele acties’ van 1945 tot 1949 vergeten? En het conflict met Indonesië in 1962, waarbij Nederland poogde haar kolonie in Nieuw-Guinea te behouden? De golfoorlog, de oorlog in Afghanistan, de Irakoorlog, en de burgeroorlog in Libië? Het zijn allemaal conflicten waar Nederlandse militairen direct bij betrokken waren en die voor dood en verderf hebben gezorgd. Dat Nederland een periode van ‘tachtig jaar zonder oorlog’ doorgaat, is een leugen.
Brekelmans doet er in de rest van zijn speech nog een paar schepjes bovenop. Zo zegt hij dat het monster van oorlog decennialang getemd leek, dat het slechts drie jaar geleden was dat het zich weer oprichtte, en dat de mensen die oorlog en agressie in de ogen hebben gekeken met steeds minder zijn. Het is alsof Brekelmans in een andere wereld leeft. De in bovengenoemde alinea genoemde oorlogen waar Nederland direct aan meedeed zijn al eerste voorbeelden, maar er zijn vele andere conflicten te noemen waarin het Westen een leidende rol speelde. Zie bijvoorbeeld de Algerijnse bevrijdingsoorlog, de eerste Indochinese oorlog, de Korea-oorlog, de Vietnamoorlog, de huidige oorlog in Congo en de genocide in Palestina. De mensen die ‘oorlog en agressie in de ogen keken’ zijn er dus nog steeds in groten getale. Ze zijn alleen steeds minder in het westen, omdat het westen de oorlog naar hen brengt.
‘Gedeelde waarden’
Terwijl Brekelmans over de bevrijding van Nederland praat, rept hij over ‘gedeelde waarden’ zoals ‘vrijheid en democratie.’ Dit zijn de gedeelde waarden die Nederland heeft met de kapitalistische landen, waar ‘vrijheid en democratie’ slechts vrijheid en democratie voor de kapitalisten betekent. Ook wanneer hij doorgaat over de politieke bondgenootschappen die werden gesloten na de Tweede Wereldoorlog, doet hij alsof de Sovjet-Unie nooit bestaan heeft. ‘Oude vijanden verenigden zich’, en ‘de vijand werd een bondgenoot’, stelt hij, ondanks dat de grootste bondgenoot in de strijd tegen het fascisme tot een nieuwe vijand werd gemaakt.
Dit past perfect in het plaatje dat Brekelmans wil schetsen. Hij schets het westen als een immer vredelievend en democratisch bolwerk. Mocht het toch in oorlog verwikkeld zijn, dan is dat omdat ze het goede woord van de democratie verkondigt. Brekelmans schets laat daarom geen ruimte voor de hoge stapels lijken, de miljoenen doden, waar ditzelfde westen verantwoordelijk voor was en nog altijd is.
Vooruit naar oorlog of naar vrede?
Wij staan volgens de minister voor een keuze: wegkijken of opstaan. Wij zouden elkaar stevig moeten vasthouden, zo stelt hij. De vraag die wij ons moeten stellen luidt echter: opstaan voor wie? Stevig vasthouden voor wat? Voor Brekelmans is het blijkbaar duidelijk: de westerse wereldorde. Hij wil opstaan tegen Rusland, maar vergeet daarbij op te staan voor de tienduizenden kinderen die vermoord worden in Gaza. Het is regelrechte oorlogspropaganda voor de westerse belangen.
De pro-Palestijnse demonstranten die Brekelmans toespraak probeerden te onderbreken, staan daarmee aan de juiste kant van een vervagende geschiedenis. Op de dag dat Israël aankondigde dat inname van de Gazastrook niet uitgesloten is, besloten zij actie te ondernemen tegen oorlog en genocide. Waar zij voor strijden is rechtvaardig. Laten wij dan ook samenkomen en Brekelmans een antwoord geven op zijn eigen vraag. We moeten opstaan, maar niet voor het westen, maar voor de werkende mensen die door de kapitalisten vertrapt worden.