Op zondag 18 mei marcheerden in Den Haag meer dan honderdduizend mensen mee in het Wij trekken een Rode Lijn-protest, dat zich richtte tegen de onvoorwaardelijke steun van de Nederlandse staat aan het genocidale Israël. In een historisch lange stoet liepen in het rood geklede demonstranten door de Haagse binnenstad en trokken zo een rode lijn. De boodschap was helder: stop de steun, stop de genocide.
Sinds 7 oktober zijn volgens officiële cijfers meer dan 52 duizend Palestijnen omgekomen door het aanhoudende Israëlische offensief in Gaza. Onafhankelijk onderzoek, gepubliceerd in het medische tijdschrift The Lancet, schat het werkelijke dodental inmiddels op ruim boven de honderdduizend.
En nog steeds is Israël niet klaar met moorden. Premier Benjamin Netanyahu kondigde deze week een nieuw grondoffensief aan en verklaarde wederom de Gazastrook volledig te willen controleren. Onderwijl werkt de Amerikaanse regering van Donald Trump naar verluidt aan een plan om tot een miljoen Palestijnen permanent te deporteren naar Libië, in ruil voor het ontdooien van miljarden dollars aan bevroren hulpgelden. Dit alles speelt zich af tegen de achtergrond van een door Israël afgedwongen blokkade, die sinds 2 maart elke toevoer van voedsel, water en humanitaire hulp volledig blokkeert. Volgens de Verenigde Naties (VN) is het risico op hongersnood kritiek.
Er is geen ruimte meer voor eufemismen, geen excuus voor stilzwijgen; Israël pleegt genocide. Dag in dag uit worden Palestijnen vermoord, uitgehongerd en verdreven onder het toezicht van de rest van de wereld. Terwijl ziekenhuizen instorten, vluchtelingenkampen worden gebombardeerd en kinderen vermoord, zwijgt het Westen of is ze actief medeplichtig. De Nederlandse regering verschuilt zich achter holle frasen, terwijl zij steun blijft leveren aan een oorlogsmachine die elke idee van menselijke waardigheid verplettert. Deze situatie vraagt niet om diplomatie, maar onmiddellijke veroordeling en ingrijpen. Geen nuance, maar actie.
De Geneefse farce
De meer dan honderdduizend demonstranten die op 18 mei de straten van Den Haag vulden, waren het over één ding allemaal eens: de rode lijn is al lang overschreden. In de manifestatie, georganiseerd door Oxfam Novib, Amnesty International en meer dan tachtig andere organisaties, kwam men bijeen om zich uit te spreken tegen het voortdurende genocidale geweld in Gaza en tegen het pro-Israël-beleid van het kabinet Schoof.
De organisatoren richtten hun kritiek vooral op Israël binnen het kader van het internationaal recht, zoals verankerd in instellingen als de VN en verdragen zoals de Geneefse Conventies. Maar wat is die zogenaamde rules-based order werkelijk waard? Wiens belangen dienen de VN en het mensenrechtenapparaat in de praktijk? Het is niets anders dan een imperialistisch toneelstuk, dat de hegemonie van het Westen rechtvaardigt en beschermt.
Het is inmiddels ruim een jaar geleden dat het Internationaal Gerechtshof (ICJ) oordeelde dat Israël zich waarschijnlijk schuldig maakt aan genocide in Palestina. Wat hebben internationale instellingen en de zelfverklaarde morele leiders in het Westen sindsdien concreet gedaan om dit te stoppen? Niets. Ondanks de juridische plicht van staten onder de Geneefse Conventies om genocide te voorkomen en te bestrijden, worden activisten die zich solidair verklaren met Palestina gewelddadig gearresteerd, terwijl praktisch alle burgerlijke regeringen weigeren het arrestatiebevel van het Internationaal Strafhof (ICC) tegen Netanyahu te erkennen. De Verenigde Staten gaan zelfs zo ver dat ze zich het recht voorbehouden om militair in te grijpen in Nederland als Israëlische staatsburgers hier zouden worden berecht. Tegelijkertijd doet Washington er ook alles aan om de rechtsgang te saboteren door juristen en hun families onder druk te zetten middels sancties.
Vergelijk dit met hoe het Westen de internationale verdragen en instellingen omtrent mensenrechten gebruikt tegen het mondiale zuiden en men vindt hypocrisie alom. De Westerse mensenrechtenschendingen in Libië, Irak, Afghanistan – en nu Palestina – zijn onmiskenbaar. Het Westen heeft deze instellingen nooit bedoeld als instrumenten van universele rechtvaardigheid, maar als wapens tegen andere kapitalistische machtsblokken en landen die zich verzetten tegen imperialisme, nooit tegen zichzelf. Wat we nu duidelijk zien is dat de internationale strijd voor emancipatie en menselijke waardigheid niet wordt gedragen door het internationaal recht, maar wordt onderdrukt door een systeem dat enkel de belangen van de imperialistische wereldorde dient.
Ngo’s als vals kompas
Ngo’s als Amnesty International en Oxfam zijn er om de symptomen van de dieperliggende systeemcrisis te bekritiseren, nooit het systeem zelf. De genocide op de Palestijnen voltrekt zich niet in een vacuüm. Ze is geworteld in decennia van kolonialisme en imperialisme, gefinancierd en gelegitimeerd door westers kapitaal. Ngo’s die opereren binnen de neoliberale, kapitalistische structuur maken integraal deel uit van de westerse soft power. Ze ontvangen vaak aanzienlijke staatsfinanciering en zijn daardoor politiek gecorrumpeerd. Ze dragen bij aan het in stand houden van de geloof in het internationaal recht.
Hoewel Amnesty International uiteindelijk heeft erkend dat Israël een systeem van apartheid handhaaft, en Oxfam de illegale blokkade en collectieve bestraffing van Gaza heeft veroordeeld, blijft gerichte kritiek op de westerse sponsoren van dit geweld grotendeels uit. Amnesty’s oproepen tot justice gaan zelden gepaard met eisen om de VS of Europa te sanctioneren voor hun directe betrokkenheid bij de vernietiging van Gaza.
In de praktijk bieden ngo’s morele dekking aan westers imperialisme. Door structureel directe confrontatie met westerse macht en kapitaal te vermijden, ondersteunen ze een mondiaal systeem van westerse dominantie. Internationaal recht kan pas bestaan als ook de machtigen eraan onderworpen zijn. Zolang het Westen en haar heersende klasse niet met dezelfde maat gemeten worden, blijft het een farce – een zorgvuldig geconstrueerde illusie, gevoed door ngo’s die bijdragen aan het westerse zelfbeeld als moreel kompas van de wereld.
Een nieuw kompas
Als socialisten moeten we die illusie verwerpen. We strijden ook voor een onmiddellijk einde aan de Nederlandse steun aan de genocide en aan de zionistische staat, maar onze politieke fundament gaat dieper dan het internationaal recht. Werkelijke bevrijding vereist de opbouw van één seculiere, socialistische staat op het volledige grondgebied van historisch Palestina – van de rivier tot de zee. Geen tweestatenoplossing, geen voortzetting van koloniale overheersing, maar volledige gerechtigheid.
Wie Gaza wil begrijpen, moet de verbanden durven zien tussen kapitalisme, kolonialisme en imperialisme. De nachtmerrie in Gaza staat niet op zichzelf. Ze is een symptoom van het kapitalistische systeem dat haar voedt en in stand houdt. Solidariteit mag zich daarom niet beperken tot humanitaire bezorgdheid. Echte solidariteit betekent het erkennen van het Palestijnse recht op verzet, het blootleggen van westerse medeplichtigheid, en het eisen van volledige, onvoorwaardelijke rechtvaardigheid en internationale solidariteit.
Nederland gaat, ondanks gerechtelijke uitspraken, door met het leveren van F-35-onderdelen aan Israël. Het levert politiehonden. Nederlandse universiteiten onderhouden nauwe banden met het Israëlische militair-industriële complex en andere instellingen die het apartheidsregime ondersteunen. De overheid weigert een rode lijn te trekken, want zij staat aan de verkeerde kant van de lijn.
We moeten breken met de huidige politieke partijen die verstrengeld zijn met de belangen van westers kapitaal en imperialisme. Wat we nodig hebben is collectieve arbeidersmacht en onafhankelijke organisatie. Een werkelijke strijd voor Palestijnse bevrijding maakt deel uit van een bredere strijd tegen het systeem dat dit geweld mogelijk maakt. Tegen wereldwijde uitbuiting, onderdrukking en bloedvergieten. Tegen het kapitalisme, niet alleen haar symptomen.
Het is dan ook van essentieel belang dat de honderdduizend mensen die zondag de straat op gingen beseffen dat het hier niet bij kan blijven. Dit was geen slotstuk, maar een begin. Blijf je uitspreken. Blijf je verzetten. Laat de woede niet uitdoven. De grote opkomst is het resultaat van een context waarin duizenden activisten al jaren in stilte de weg hebben gebaand, ondanks repressie. Zij zijn opgebrand, uitgeput, gemarginaliseerd. Toch zijn zij niet gestopt, dus sluit je bij hen aan.
Neem het heft in eigen handen. Bouw collectieve structuren. Versterk de beweging. Geef de strijd voor Palestina een duurzame, politieke basis. De geschiedenis wordt niet geschreven door hen die toekijken, maar door hen die ingrijpen. Gerechtigheid zal geen gift zijn van de machtigen. Ze zal moeten worden afgedwongen.