SP en PvdD: voor vrede en voor oorlog

Tom Steenblok

Als het op vrede aankomt, zijn de Socialistische Partij (SP) en de Partij voor de Dieren (PvdD) de hardste roepers. Maar hoewel zij de vredesduif willen doen opvliegen, bieden ze utopische, soms zelfs escalerende oplossingen. Ze steunen zelfs de NAVO: de oorlogsmachine die de vredesduif aan flarden schiet. 

Op de website van de SP lezen we dat ze ‘voor vrede en tegen wapenhandel’ zijn, en ook de PvdD staat voor ‘vrede, vrijheid en rechtvaardigheid’. Het zijn mooie woorden; wie is daar niet voor? Het antwoord blijkt diezelfde twee partijen te zijn.

Op dit moment proberen zij, net als alle andere partijen, zich als principiële vredesstrijders af te schilderen. Aan de rechterkant van het politieke spectrum is deze leugen makkelijk te doorzien. Steun voor militarisering en investeringen in wapens wordt daar geaccepteerd als voldongen feit. ‘Als je vrede wil, bereid je dan voor op oorlog’ is de strijdleus. De geschiedenis wijst uit dat dit soort oorlogshitserij onvermijdelijk tot oorlog leidt. De militarisering voorafgaand aan de Eerste Wereldoorlog, de Tweede Wereldoorlog en ten tijde van de ‘koude’ oorlog wijzen erop.

Aan de linkerkant van het parlement is de façade lastiger te doorzien. Partijen zoals de SP en de PvdD spreken niet over voorbereiding op oorlog, maar hebben het liever over goede verdediging, diplomatie, het internationaal recht, en zelfs de NAVO. Ondanks dat zij vast goede bedoelingen hebben, schuilt hierachter hetzelfde oorlogsdenken als de rest van het parlement.

Afschrikking is een stap naar de wapenwedloop

Nadat de PvdD in maart stemde vóór het ReArm Europe-plan bleken linkse partijen duidelijk vatbaar voor militarisme. Zo ook de PvdD. ‘De Partij voor de Dieren steunt investeringen die nodig zijn om verdere escalatie en agressie te voorkomen’, stelde de partij op haar site. Het is tegenstrijdig: de PvdD is tegen escalatie, maar voor investeringen. Tegen oorlog, maar voor de voorbereiding erop. Deze proactieve houding wat betreft wapeninkoop is voorop willen lopen in de wapenwedloop. 

De SP heeft een andere benadering. Zij stelt dat we  ‘3 keer meer’ investeren in oorlog dan Rusland en dat militarisering om die reden onwenselijk is. Dit roept echter onvermijdelijk de vraag op: wat als vijandige landen meer investeren? Het logische antwoord is dat Nederland en andere westerse landen hun wapeninkoop- en productie dan ook moeten verhogen. Wat met het oog op de steeds opschalende wapenproductie in Rusland en China als opkomende vijand van het westen zomaar werkelijkheid kan worden. Alhoewel de SP volgens hun eigen website tegen een wapenwedloop is, gebruiken ze dus retoriek die deze juist aanjaagt. 

Diplomatie is geen oplossing

De SP wil in plaats daarvan inzetten op diplomatie en onderhandeling. Het idee is dat conflicten vermeden kunnen worden als er gepraat wordt tussen de strijdende partijen. Dit negeert echter de werkelijkheid waarin we leven. Nog los van het feit dat de militaire overmacht van een van de partijen de onderhandelingstafel altijd scheef doet staan, zit vooral de werking van het kapitalisme vreedzame oplossingen in de weg.

Onder kapitalisme moet het kapitaal altijd uitbreiden en groeien.Daarom zoeken de grote machten van de wereld gebieden waar zij grotendeels exclusief profijt uit halen. Zij gebruiken deze gebieden als afzetmarkten, voor grondstofdelving en kapitaalexport. Hierdoor proberen ze te garanderen dat ze altijd kunnen blijven investeren en kunnen blijven groeien. Gezien meerdere imperialistische machten dit doen en veroverbaar gebied beperkt is, botsen zij met elkaar: er ontstaat inter-imperialistisch conflict. In eerste instantie wordt dat vaak economisch en politiek uitgevochten, de machten proberen elkaar te overbieden en ze maken afspraken met de landen waar ze winst uit willen halen. Als de een wint, verliest in dit geval de ander. Wanneer het ene land bijvoorbeeld controle krijgt over een grote voorraad lithium, is dat een probleem voor een ander land dat eveneens behoefte heeft aan lithium.

Als gebieden uit de invloedssfeer van een land verdwijnen, dreigt dat land in crisis te vervallen, gezien ze niet langer goed kunnen groeien. Dat is natuurlijk niet wenselijk. Daarom wordt het verdedigen van de invloedssfeer met bommen en granaten nodig als de economische en politieke strijd faalt. Op die manier proberen landen de economische crisis af te wenden.

Het idee dat deze ruzie om gebieden met diplomatie beslecht kan worden is utopisch. Het is nooit in het belang van kapitaalblokken om invloed af te staan. Deze eis om diplomatie betekent dus in essentie dat landen vrijwillig zouden moeten verliezen en in economische crisis zouden moeten belanden, waarbij economisch zwakkere landen altijd het onderspit zouden delven. De vraag om diplomatie is daarom de vraag om vrijwillige overgave aan de machtigste landen.

Het internationaal recht is een farce

Een ander alternatief is volgens zowel de SP als de PvdD het internationaal recht. Dit zou de uitkomst van conflicten moeten bepalen in plaats van de machtsverhoudingen tussen landen. Daarbij vergeten zij echter dat de machtsverhoudingen invloed hebben op zowel de uitoefening van, als de inhoud van het internationaal recht. 

Het internationaal recht is een dode letter voor de imperialisten. Verzetsstrijders worden zo snel mogelijk opgepakt, maar leiders van ‘bondgenoten’ van het westen zoals Netanyahu lopen vrij rond. Leiders zoals Poetin lopen eveneens vrij rond en de oorlogsmisdadigers in het Witte Huis worden niet eens aangeklaagd. Het is de uitkomst van een internationaal recht dat geen tot weinig middelen heeft om het toe te passen. 

De oplossing die soms wordt aangedragen is een internationale ‘vredesmacht’ die desnoods landen kan binnenvallen om het internationaal recht te beschermen. De vraag is echter of zo een macht mogelijk is. Wanneer landen namelijk op de vingers worden getikt door internationale rechters, lappen deze maar al te graag de regels aan de laars. Dit geldt des te meer voor imperialistische machten zoals de VS en China. Mocht zo’n macht dus gaan bestaan, is het onwaarschijnlijk dat de machtigste landen daaraan mee doen. En mochten ze wel meedoen, moeten we niet vergeten dat enige manier om het internationaal recht tegen staten te handhaven, oorlog is: datgene wat het internationaal recht zou moeten vermijden. 

Het internationaal recht blijft tevens een burgerlijk recht, zonder democratische zeggenschap van de werkende mensen. Het verdedigt de burgerlijke wereldorde, met al haar economische relaties van dien. Een van de mensenrechten is bijvoorbeeld het ‘recht op eigendom’, wat mensen zou moeten beschermen tegen het ‘ontnemen van hun eigendom’. Wat zou er in dat geval gebeuren wanneer de socialisten de bedrijven van de burgerij onteigenen? Het internationaal recht zou het veroordelen, en mocht zij een leger achter zich hebben staan, zou deze in naam van rechtvaardigheid de socialistische staat binnenvallen. 

Met de toelegging van de SP en de PvdD op het internationaal recht onderwerpen zij zich in feite aan liberale normen en waarden. Liberale normen en waarden die wanneer het machtige landen uitkomt aan de kant worden geschoven. Zij verdedigen met hun standpunt dus niet alleen de liberale status quo, maar ook de wereldorde waarin de wetten worden gemaakt door de kapitalistische staten en de imperialisten buiten schot blijven. 

De NAVO is de oorlogsmachine

Met de aankomende NAVO-top is deze westerse alliantie een veelbesproken thema. Men zou dan ook verwachten dat onze vredelievende partijen zich flink zouden uiten tegen deze oorlogsmachine. Dat valt echter tegen. De PvdD spreekt zich hier überhaupt amper over uit, wat enigszins logisch is gezien hun recente stemmingen voor verdere militarisering. De SP blijkt echter erg vocaal over hun zogenaamde anti-NAVO-standpunt. Op 21 juni organiseren ze zelfs, los van de brede Tegentopcoalitie voor vrede en rechtvaardigheid, hun eigen Internationale top voor vrede. Dat oogt in eerste instantie positief. Bij nadere inspectie blijkt zij echter ook pro-NAVO.

In het programma van de SP lezen we namelijk dat ze niet tegen de NAVO is, maar tegen ‘de ontwikkeling van [de NAVO] naar een wereldwijd opererende NAVO als offensieve en agressieve interventiemacht.’ De nadruk op het woord ontwikkeling is hierbij frappant. Voor de SP is de NAVO dus ofwel nog niet zo een macht, in welk geval ze hopeloos naïef is, of durft ze geen consequenties te verbinden aan deze kenmerking. Mocht Nederland namelijk deel uitmaken van zo’n agressieve macht, zou een eerste stap naar vrede onherroepelijk uittrede zijn. 

De SP wil deze stap echter niet nemen. Sterker nog: in 2023 hebben ze deze eis uit hun programma gehaald. Belangrijk om hierbij te vermelden is dat deze eis toen al een dode letter was. In 2022 hebben ze namelijk gestemd voor uitbreiding van de NAVO, tegen hun eigen programma in.

De waarheid is dat de NAVO een agressieve en offensieve macht is. Dat waren ze al ver voor 2022. Militaire interventie van westerse NAVO-landen is alom. Soms doen landen dit onder de vlag van de NAVO, zoals in Libië en Afghanistan, maar soms ook via coalities die officieel los van de NAVO opereren. Bij deze coalities heeft de NAVO er echter voor gezorgd dat de landen genoeg wapens hebben, veelal dezelfde technologie hebben door de hoge wapenvereisten van de NAVO, de inlichtingen delen en goed kunnen samenwerken door gezamenlijke oefeningen. Het middel waarmee de NAVO officieel in oorlog kan gaan, het zogenaamde ‘artikel 5’ is dus niet eens nodig. De westerse landen kunnen door de gedeelde NAVO-infrastructuur prima agressieve missies inplannen, ook als dat niet onder NAVO-vlag is. 

Gecombineerd met de eerder genoemde concurrentie tussen kapitaalblokken ontstaat een giftige cocktail. Wanneer het kapitalisme voor onvermijdelijk conflict zorgt, heeft de NAVO ervoor gezorgd dat de westerse landen klaar zijn voor oorlog. Of dat nou offensief of defensief is, de wapens zijn klaar en de landen kunnen als een enkel blok opereren.  Als het dan toch nodig is om artikel 5 in te roepen, wordt van alles aan elkaar geframed om toch een agressor te vinden. De VS heeft er na de NAVO-missie in Afghanistan genoeg ervaring mee.

Het is daarom belangrijk dat Nederland zich afscheidt van dit militaire blok. Defensie moet een collectieve taak zijn waar we gezamenlijk over beslissen. De NAVO is precies het tegenovergestelde. Ze duwt ons land richting militarisering en verplicht ons samen te werken met andere imperialistische landen die de wereld richting de afgrond duwen. Het is geen vredesmacht; het is een oorlogsmacht. Deze analyse ontbreekt echter bij beide partijen. 

De vredesduif blijkt dus niet in goede handen bij de SP en de PvdD. Ondanks dat ze haar met de ene hand liefkozend over het hoofd strelen, zijn ze met de andere hand bezig met het klaarmaken van een hakbijl. Ze praten over diplomatie terwijl het kapitalisme doordraaft en vestigen hun hoop op het internationaal recht terwijl dat de huidige wereldorde rechtvaardigt. Hun steun aan de NAVO en wapenwedloopretoriek maken ons land klaar voor een hagelschot op de vrede. 

Benieuwd hoe RSP en ROOD over NAVO en zelfverdediging denken? Lees het op https://navoneedankje.nl/manifest/

Leuk artikel? Meld je aan voor de Paraat nieuwsbrief!