Verzet tegen de vervolging van joden tijdens de Tweede Wereldoorlog was zeer zeldzaam. Nederlanders gaan dan ook vaak prat op de heldhaftige Februaristaking van 1941. Zonder communisten was er van deze staking echter helemaal geen sprake geweest. Deze dag herinnert ons aan hun heldhaftige verzet.
Op 25 en 26 februari 1941 vond er in verschillende Nederlandse steden een algemene staking plaats als protest tegen de jodenvervolging en de Duitse bezetting van Nederland. Deze Februaristaking was de grootste uiting van verzet tegen de jodenvervolging in heel bezet Europa. De Februaristaking is dan ook een enorm belangrijke historische gebeurtenis die vandaag de dag nog steeds herdacht wordt. ‘De Februaristaking liet de Nederlandse bevolking en de wereld daarbuiten zien dat tegenstand en strijd, non-coöperatie en verzet ook onder een fascistische bezetter mogelijk waren.’ Aldus Frits Reuter, die onderdeel was van de landelijke leiding van het ondergrondse communistische verzet en mede-organisator van de Februaristaking.
Ondanks dat de staking een grootschalige en breed gedragen actie was, werd deze enkel en alleen door de Communistische Partij van Nederland (CPN) georganiseerd. De CPN, die tijdens de oorlog ondergronds functioneerde en voor de oorlog rond de 10.000 leden telde, was al een lange tijd bezig met het voorbereiden van het verzet tegen de fascistische bezetter. Reuter schreef er een boek over, en verschillende leden van de CPN zijn geïnterviewd over hun jaren bij het ondergronds verzet. Wat ging vooraf aan de staking, hoe werd deze georganiseerd en wat waren de gevolgen voor het verzet?
Geheim aan het werk
Vanaf het begin van de bezetting werden er voorbereidingen getroffen voor het illegale verzetswerk dat de CPN later in de oorlog zou uitvoeren. De partij ging van bovengronds, over tot ondergronds werk. Dit ging gepaard met een reorganisatie van de partij: de bestaande afdelingen werden opgedeeld in kleinere, geïsoleerde groepen die elk voorzien werden van een eigen stencilmachine. Deze kleinere groepen waren werkzaam in allerlei sectoren, bedrijven, wijken en buurten en wisten daardoor goed wat er speelde onder de massa’s. Zo konden ze peilen wat het beste moment was voor een massastaking. De partij bereidde zich daar namelijk al lang op voor, en ze wachtte op het moment waarop de stakingsbereidheid zo hoog mogelijk zou zijn. Dit moment kwam na de razzia’s van 22 en 23 februari 1941, waarbij in Amsterdam 424 joodse mannen met veel geweld werden opgepakt en gedeporteerd.
Door de razzia’s werden de Amsterdammers direct geconfronteerd met het geweld tegen hun joodse stadsgenoten. De woede en afkeer tegen de bezetter bereikte daardoor een hoogtepunt. De partijleiding kreeg deze informatie doorgespeeld vanuit haar contactpersonen in de wijken en besloot dat de tijd voor actie rijp werd. Op 24 februari kwamen vierhonderd partijleden ‘s avonds samen bij een openluchtvergadering op de Noordermarkt.
Staakt! Staakt! Staakt!
Die avond werd het besluit tot staken genomen. Alle aanwezigen kregen duidelijke instructies om de staking te realiseren. Eén van de aanwezigen was Coba Veltman. Zij vertelt dat er een erg gespannen sfeer heerste, omdat het maar de vraag was of de staking van de grond zou komen. Zo waren er nog twee buurten in Amsterdam waar de tramstations misschien niet gingen staken. Veltman vertelt hoe zij in de nacht van 24 op 25 februari nog de bekende manifesten met de leus STAAKT!!! STAAKT!!! STAAKT!!! heeft gedrukt en verspreid in die twee buurten om te verzekeren dat het hele tramstelsel plat zou liggen. De volgende ochtend reden er dan ook bijna geen trams. De trams die wel reden kwamen niet ver voordat ze door groepen stakers werden tegengehouden of omgeduwd. Op de ochtend van de staking gingen de werkgroepen alle buurten en bedrijven langs om te verzekeren dat iedereen aan het staken was. Jos Slagter vertelt hoe hij om vijf uur ’s ochtends met een aantal kameraden naar het Muiderpoortstation trok om mensen die daar de trein wilden nemen tegen te houden.
De staking verspreidde zich als een lopend vuurtje over steden als Zaandam, Haarlem, Hilversum en Utrecht. In Amsterdam en Hilversum vonden er grote demonstraties plaats en liepen er stoeten van soms wel tienduizend stakers door de straten in solidariteit met de vervolgde joden. Deze demonstraties werden door zowel de Weermacht als de Nederlandse politie op een meedogenloze manier uit elkaar geslagen. Negen stakers kwamen om het leven, 24 stakers raakten zwaargewond en veel stakers werden opgepakt.
Na de Februaristaking kregen steden waar de stakingen hadden plaatsgevonden hoge boetes van de Duitsers opgelegd. Daarnaast opende de Weermacht een klopjacht op CPN-leden, waardoor veel van hen moesten onderduiken. Uiteindelijk zijn er naar aanleiding van de Februaristaking vier communisten gefusilleerd en 22 opgesloten in Duitse gevangenissen.
Hoewel de staking hardhandig is beëindigd en de repressie en wreedheid van de fascistische bezetter alleen maar toenam, is de Februaristaking enorm invloedrijk geweest. De Februaristaking was een gigantische drijfveer voor het verzet in de rest van de oorlog. De repressie liet de ware aard van de bezetter zien, maar de staking het gaf mensen de moed om in verzet te komen.
De Februaristaking toont de kracht van een goed georganiseerde communistische beweging. De staking kon snel worden georganiseerd en een grootschalig succes worden omdat de CPN al vroeg in de oorlog begon met het creëren van de infrastructuur die nodig was voor dit soort acties. Deze infrastructuur en het netwerk dat de CPN opbouwde, zijn ook in de rest van de oorlog de basis geweest van het ondergronds verzet.
Deze geschiedenis herinnert ons aan de cruciale rol van een goed georganiseerde socialistische beweging in tijden van conflict. Binnen de huidige context, waar extreemrechts steeds meer invloed krijgt en de NAVO haar oorlogszuchtige koers voortzet, is het essentieel dat wij ons verzetten tegen imperialistische oorlogsdriften en blijven bouwen aan een sterke socialistische organisatie die zich hard kan maken voor vrede en solidariteit. Opdat we leren van de CPN en de stakers, en hun strijd en leed nooit vergeten.