D66, PVV en CDA zijn de winnaars van de Tweede Kamerverkiezingen. Daarmee wordt het duidelijk dat het volgende kabinet een klap gaat zijn voor de arbeidersbeweging. Mark Rutte is vervangen maar zijn beleid zal voortleven in de nieuwe NAVO-norm, de wooncrisis en het schaamteloze racisme. Het volgende kabinet zal zijn neoliberale koers doorzetten en prangende onderwerpen onder het tapijt schuiven. De bestaande linkse oppositiepartijen zijn compleet gesloopt, ze hebben niemand weten te overtuigen met hun slappe verhaaltjes. Dit bevestigt de noodzaak van een revolutionair socialistisch links wat voor de werkende klasse opkomt en het kapitaal aanvalt.
De afgelopen jaren hebben de kabinetten al moeite met het afmaken van een halve termijn. Rutte IV en Schoof I laten daarbij hun prioriteiten zien: de val van het kabinet ging beide gevallen over migratie. Dit onderwerp domineert het politieke landschap, waarbij ook GroenLinks-PvdA meegaat in het opstellen van migratiesaldo’s en spreekt over een migratieprobleem. Hierbij wordt de opkomst van extreem-rechts en hun bestaansrecht gelegitimeerd door de sociaaldemocraten. Het laten klappen van een coalitie omdat de partijen buiten de PVV een eis zoals ‘een volledige migratiestop’ niet toelaten, maakt plaats voor een gevaarlijke neerwaartse spiraal. Het speelveld wordt zo bepaald door de PVV en haar fascistoïde minimumeis zoals de migratiestop. Van liberaal links tot gematigd rechts: zij bewegen allemaal richting deze maatregel. D66 heeft bijvoorbeeld uitgesproken een coalitie met JA21 niet uit te sluiten. Het spelletje kan zo verder worden gespeeld. De PVV probeert ‘degelijk’ het land te besturen en moet zich ‘noodgedwongen’ terugtrekken. Zo krijgen ze een positie van permanente oppositie totdat het landschap rechts genoeg is.
Het is dan ook geen wonder dat volgens Ipsos 60 procent van de Nederlanders geen vertrouwen heeft in de politiek. Extreemrechts heeft hierop ingespeeld en ervan geprofiteerd, maar biedt uiteindelijk geen oplossingen voor de problemen van het kapitalisme. Gevestigd links heeft daarentegen compleet gefaald een antwoord te bieden op de onvrede over de politiek en is daarvoor afgestraft met zetelverlies. De verrechtsing van linkse partijen, de verzwakking van hun verhaal en analyse en hun pogingen om collegiaal te doen met rechtse politici hebben geleid tot massale desillusie onder kiezers. Alle partijen in de huidige Tweede Kamer, van rechts tot links, vertegenwoordigen het grote geld en de macht van het kapitaal. De genocide in Gaza was de lakmoesproef en de partijen in de Kamer hebben stuk voor stuk gefaald om Palestijns verzet te steunen. Het is geen wonder dat niemand meer vertrouwen heeft in de politiek omdat er geen enkele gevestigde partij is die de werkende klasse kan vertrouwen.
Opkomend fascisme
De ontwikkelingen in het Nederlandse politieke landschap zijn zorgwekkend, maar veel kenmerken van fascisme ontbreken nog. De PVV is daarbij niet goed in het besturen van de liberale rechtsstaat, maar het daadwerkelijk afbreken gebeurt momenteel ook nog niet. Het niet kunnen uitvoeren van overheidstaken duidt meer op een absolute incompetentie, zoals bij Faber, en niet op een uitgedachte strategie. De samenleving wordt nu voornamelijk geteisterd door het neoliberale beleid van de afgelopen kabinetten. Met deze woede voedt de extreemrechtse partij zichzelf. Het racisme dat zich daardoor verspreidt in de samenleving tegen islamitische mensen is vernietigend en zou een springplank kunnen zijn naar een regelrechte aanval op hun bestaan. Het ontstaan van dit geweld zien we voorbijkomen in de kleinere extreem-rechtse partijen zoals FVD en Ja21. Zij worden gesteund door een achterban die bereid is tot geweld tegen minderheden. Er is nog geen sterk georganiseerde rechtse partijbeweging die actief knokploegen organiseert, maar dat betekent niet dat deze partijen zich niet daar naartoe kunnen ontwikkelen. De arbeidersbeweging zal zich daarom moeten behoeden voor deze ontwikkelingen en de solidariteit moeten faciliteren tussen culturen en groepen.
Ondanks dat deze partijen bereid zijn om te regeren en de rechtsstaat niet volledig afbreken, wil dat niet zeggen dat er niet gesleuteld wordt aan het demonstratie- en stakingsrecht en de vrijheid van meningsuiting. De afgelopen jaren hebben steeds meer ministers, burgemeesters en andere politici gepoogd het demonstratierecht in te perken ten behoeve van de ‘veiligheid’. Denk hierbij aan het verbod op de onderwijsdemonstratie in Utrecht door de burgemeester Dijksma en het stakingsverbod voor de Poolse uitzendkrachten en het KLM personeel. De kers op de taart dit jaar was het aannemen van de motie in de Tweede Kamer om ‘Antifa’ te verbieden. Dit uit de Verenigde Staten van Trump overgewaaide voorstel was een poging om het antifascisme te criminaliseren. Op die manier wordt verzet tegen overheidsbeleid en extreemrechts gemarginaliseerd en wordt de ‘democratie’ – onze staat is amper democratisch te noemen – verder aangetast.
Links en de toekomst onder D66
De staat van links is armzalig in Nederland. GroenLinks-PvdA gaat volledig mee in de drang om onze imperialistische krijgsmacht uit te breiden. Nu is er een kans dat ze gaan regeren, wat onder Rutte II betekende dat ze hand in hand met de VVD sociale voorzieningen gingen slopen, o.a. door bezuinigingen op de zorg,verhoging van de aow leeftijd en de invoering van het leenstelsel in het onderwijs. Ondertussen smeekt zelfs de SP, een partij die van oudsher sterk geworteld was in de arbeidersklasse, nu het rechtse CDA of ze alsjeblieft hun steentje mogen bijdragen aan de sociale afbraak. Uit de NAVO-oorlogsmachine stappen gaat voor de SP al te ver. Tegelijkertijd is de Nederlandse arbeidersbeweging ook zwak. De organisatiegraad is laag en werkende Nederlanders betalen de kosten van inflatie terwijl de lonen amper stijgen en de FNV uitgehold wordt door Asscher en Heerts. BIJ1 gaf veel mensen eerst nog enige hoop, maar ondertussen heeft ook die partij haar worteling verloren en stort zij zichzelf in verkiezingen als het antwoord op verdere partijopbouw. Zelfs met Tofik Dibi als lijsttrekkers, die al enige bekendheid genoot, is het BIJ1 niet gelukt een zetel te halen. Wat nu nodig is, is een sterke communistische partij die verder gaat dan strijden voor een zetel in de kamer. We hebben een partij nodig die de arbeidersklasse organiseert en in staat stelt het kapitalisme te slopen en de socialistische maatschappij te realiseren. Want het socialisme wordt niet ingevoerd door de Tweede Kamer, het socialisme wordt gebouwd door de mensen die daarvoor strijden op hun werkvloer en in de straten.
Het meest realistische alternatief op een kabinet ‘over links’ met GL-PVDA is een kabinet waar de sociaaldemocraten worden omgeruild voor JA21. De coalitiepartners die logischerwijze in beide gevallen vaststaan voor D66 zijn het CDA en de VVD. Er kan dus wel gezegd worden dat naast D66 het CDA en JA21 de grootste winnaars van deze verkiezingen zijn. Zowel een kabinet met GL-PVDA als een kabinet met JA21 zal uitermate rechts beleid gaan voeren, het ene misschien net iets racistischer dan het andere. Het belangrijkste verschil met de vorige kabinetten zal waarschijnlijk zijn dat het dit keer stabieler is. Dat betekent vooral dat ze veel voor elkaar kunnen krijgen. De militarisering van de samenleving gaat nu volop van start. Het sociale netwerk zal verder worden wegbezuinigd en ons belastinggeld zal rechtstreeks naar Amerikaanse wapenfabrikanten gaan. De bankrekeningen van de kapitalisten worden gespekt en werkende mensen betalen ervoor – als het aan de NAVO ligt zelfs met ons leven. Daar komt bovenop dat radicaallinkse partijen compleet gedecimeerd zijn en nog maar weinig weerstand kunnen bieden in de Kamer. In de aankomende periode staat er ons dus veel te doen. We moeten een socialistisch alternatief bouwen op de oorloghitserij en de sociale afbraak van politiek Den Haag. Een alternatief waar de werkende klasse regie neemt en haar eigen belangen voorop zet. Een wereld zonder miljardairs die ons uitbuiten en oorlogen laten uitvechten voor hun winst. In plaats daarvan willen we een samenleving waarin we de vruchten van ons werk investeren in waar het ons allemaal ten goede komt. Dat is waar de RSP aan bouwt. Bouw met ons mee!