De strategie van de ‘NAVO? Nee dank je!’-campagne

anti-NAVO-werkgroep RSP & ROOD
anti-NAVO-campagne strategie
Een demonstrant sloopt een beeltenis van de NAVO. Foto Links in het Nieuws.

Hoe en waarom zeggen we nee tegen de NAVO? Misschien heb je onze posters al zien hangen, ben je bij een lezing geweest, of zag je onze aankondiging voor de demonstratie tegen de NAVO-top op 22 juni. ROOD is samen met de RSP bezig met een campagne tegen de NAVO. Afgelopen zomer zijn we met een team vanuit de twee organisaties begonnen met onze eerste grote campagne sinds ROOD de SP is uitgezet. Inmiddels zijn we nauw betrokken bij de voorbereiding van een tegentop en demonstratie tegen de NAVO op 21 en 22 juni, voeren we actie door heel het land en verspreiden we onze standpunten met filmpjes op social media. Maar wat is het idee achter deze campagne? Waarom zijn we begonnen, en wat is onze strategie? In dit artikel leggen we het uit.

Het is misschien niet zo gebruikelijk om dit soort analyses en strategieën publiekelijk te delen. Toch doen wij dat wel. Nadenken over tactiek en strategie is niet voorbestemd aan een selecte groep van grote leiders: wij willen zoveel mogelijk mensen in staat stellen om zelf met ideeën te komen. Wanneer we niet delen waarom wij iets doen, kunnen anderen daar ook niet van leren of onze overwegingen bekritiseren. De beste ideeën komen voort uit discussie.

Aanleiding, analyse en doelen

Waarom dan deze campagne? In de eerste plaats wilden we sowieso aan de slag met een campagne. Het was tijd om ROOD en de RSP op de kaart te zetten als organisaties die zich niet alleen bezighouden met theorie en discussie, maar ook in de praktijk aan de slag gaan om het socialisme dichterbij te brengen. Daarnaast zagen we het als een kans om ROOD en RSP te versterken: door met z’n allen te werken aan één doel, creëren we meer onderlinge samenhang en doen kaderleden nuttige ervaring op.

En waarom de NAVO als onderwerp? De NAVO vervult een essentiële rol in het westerse imperialisme, waar we ons natuurlijk tegen verzetten. Daarnaast was het onderwerp actueel: met Rutte als nieuwe NAVO-voorman en de geplande NAVO-top in Den Haag zou het hoe dan ook op de agenda komen. Sociale voorzieningen worden wegbezuinigd om te kunnen voldoen aan de NAVO-norm, en iedereen houdt zijn hart vast voor de derde wereldoorlog. Tegelijkertijd is kritiek op de NAVO compleet taboe, al helemaal sinds de Russische inval in Oekraïne: iedereen die vragen stelt bij de miljarden die nu in de wapenindustrie worden gepompt wordt weggezet als extreem-rechts of Poetinknuffelaar. Reden genoeg om het taboe te doorbreken en de aanval te openen op de NAVO.

De anti-oorlogsbeweging was echter in slechte staat. Net als in de meeste Westerse landen is de dominante stroming binnen die beweging (in meer of mindere mate) pacifistisch. De focus van deze ‘officiële’ vleugel ligt op de-escalatie, diplomatie en mondiale instituties als de VN en internationaal recht als alternatieven voor gewapend conflict. Door de oorlog in Oekraïne en de genocide in Gaza heeft die pacifistische visie haar geloofwaardigheid in de ogen van velen (terecht) verloren. Zijn oorlogscriminelen als Poetin en Netanyahu betrouwbare onderhandelingspartners? Moeten we wel oproepen tot vrede als de onderdrukking daarna gewoon doorgaat? Met de vogelvlucht van het militarisme na de inval in Oekraïne is deze vleugel bovendien vrijwel uitgesloten van het publieke debat. Daardoor is de beweging sterk gemarginaliseerd, en hebben veel organisaties hun standpunten gematigd. Het manifest van De Nieuwe Vredesbeweging, de coalitie van pacifistische organisaties die afgelopen najaar is gelanceerd, bevat bijvoorbeeld geen kritiek op de NAVO.

Tegelijkertijd zagen we ruimte voor een radicale vleugel. De pro-Palestina-beweging liet zien dat veel (jonge) mensen bereid zijn de straat op te gaan tegen westers imperialisme, en dat men zelfs verder durfde te gaan dan de traditionele pacifistische eisen: het verwerpen van de tweestaten’oplossing’ en het erkennen van het recht op verzet zijn niet langer taboe. Ook de ‘ontmaskering’ van het pacifisme na de inval in Oekraïne raakt ons minder. Anders dan de pacifisten geloven wij namelijk niet in duurzame vrede onder het kapitalisme. De strijd om grondstoffen en invloedssferen zal altijd leiden tot gewapend conflict. Diplomatie, de VN en internationaal recht kunnen dat niet voorkomen. Ook geloven wij niet in vrede zonder rechtvaardigheid: iedereen heeft het recht zich te verzetten tegen onderdrukking. Deze uitgangspunten sluiten beter aan bij jonge activisten dan die van het traditionele pacifisme.
Op basis van deze analyse zijn we gekomen tot drie doelen. Ten eerste willen we met de anti-oorlogsbeweging de strijd aangaan tegen de NAVO. Ook al verschillen we in onze analyse en oplossingen van de pacifisten, ze vormen een belangrijke bondgenoot in de strijd tegen de NAVO. Bovendien is het een belangrijke stap in het doorbreken van het taboe op NAVO-kritiek als zij zich weer openlijk hiervoor uit durven te spreken. Ons tweede doel is het versterken van de socialistische en anti-imperialistische flank van de anti-oorlogsbeweging. Binnen de beweging willen we uiteraard zoveel mogelijk ons geluid naar voren brengen, en dat doen we door de krachten te bundelen met andere socialistische en anti-imperialistische organisaties. Als laatste willen we de eigen organisaties versterken. Tot slot is de campagne een kans om onszelf te profileren, ervaring op te doen en onze organisaties verder te ontwikkelen.

Onze strategie

Hoe proberen we die doelen te bereiken? Toen we eenmaal waren begonnen met de campagne en een goed beeld hadden van de staat van de beweging, zijn we gekomen tot een strategie van drie fronten: een eenheidsfront tegen de NAVO-top, een socialistisch front tegen imperialisme, en een eigen campagne.

Eenheidsfront tegen de NAVO-top: de Tegentopcoalitie

Onze strategie ten aanzien van de Tegentopcoalitie is een variant van het eenheidsfront, zoals onder meer beschreven door Trotski. Destijds was het zo dat in veel landen revolutionaire krachten geen meerderheid hadden binnen de arbeidersbeweging, maar wel groot genoeg waren om een rol van betekenis te kunnen spelen. Om effectief te kunnen strijden voor individuele eisen was eenheid in actie nodig. Communisten moesten daarom proberen om samen te werken met reformistische krachten. Wel moesten de communisten hun onafhankelijke positie behouden, en vrij zijn om de reformisten te bekritiseren. Op die manier konden de communisten de mensen bereiken die achter de reformisten aanliepen, en hen tegelijkertijd laten zien dat reformistische politiek een doodlopende weg is. Ook lieten de communisten op deze manier zien dat ze bereid waren om samen de strijd aan te gaan, zelfs als het eenheidsfront vroeger of later uit elkaar zou vallen.

Het moge duidelijk zijn dat onze situatie totaal anders is dan de situatie waarin veel communistische partijen zich honderd jaar geleden bevonden. Toch zijn er ten aanzien van de anti-oorlogsbeweging een paar interessante overeenkomsten. De anti-oorlogsbeweging is zoals gezegd gemarginaliseerd, waardoor wij in verhouding een rol van betekenis kunnen spelen. Het pacifisme is de dominante stroming: de mensen die de eindeloze parade aan oorlogspropaganda al kunnen weerstaan kijken in de eerste plaats naar de ‘traditionele’ oplossingen van diplomatie en internationale samenwerking. En samen met hen kunnen we een aanzienlijk grotere vuist maken tegen de NAVO dan als we zelf aan de slag zouden gaan.

Daarom hebben we contact gelegd met De Nieuwe Vredesbeweging om te kijken in hoeverre we samen op konden trekken. Dit heeft geleid tot de Tegentopcoalitie voor Vrede en Rechtvaardigheid: een tijdelijke alliantie van verschillende organisaties voor het organiseren van een tegentop en demonstratie tegen de NAVO-top. Bij het vormgeven van die coalitie hebben we onze onafhankelijke positie behouden: het staat ons vrij om door te gaan met onze eigen agitatie en kritiek te uiten op standpunten van anderen. Ook bestaat de tegentop op ons initiatief vooral uit paneldiscussies met mensen van verschillende achtergronden en stromingen. Zo gaan we de discussie tussen de verschillende vleugels binnen de anti-oorlogsbeweging niet uit de weg.

Een socialistisch front tegen imperialisme: VeTO en onze internationale contacten

Tegelijkertijd zien we het als onze taak om de socialistische en anti-imperialistische vleugel van de anti-oorlogsbeweging te versterken. In de eerste plaats wilden die krachten in Nederland bundelen. Daarom hebben we ons aangesloten bij Verzet Tegen Oorlog (VeTO), een radicaal links initiatief dat is ontstaan uit de demonstratie tegen de wapenbeurs in Rotterdam. VeTO is niet pacifistisch, en benadrukt bijvoorbeeld het belang van verzet tegen imperialisme. We trekken samen op in verschillende acties, en we hopen VeTO uit te kunnen bouwen tot duurzame anti-imperialistische campagneorganisatie.

Daarnaast wierpen we onze blik ook over de grens. De campagne vormde een goede kans om onze internationale contacten te versterken. De tegentop en demonstratie zijn ook voor buitenlandse organisaties interessant, en vormen een goede reden om een bezoek te brengen aan Nederland. Door onze internationale bondgenoten ook naar de tegentop te halen, konden we bovendien de radicale vleugel daar versterken. In de aanloop naar de NAVO-top willen we verder aan de slag om samen met andere linkse organisaties een duidelijk socialistisch en anti-imperialistisch geluid te laten horen.

Eigen campagne: agitatie, educatie, organisatie

Als laatste ‘front’ hebben we onze eigen campagne. We zijn namelijk niet alleen actief in allerlei coalities, maar voeren deze campagne ook onder onze eigen naam. Dit doen we volgens de traditionele marxistische strategie van agitatie, educatie en organisatie.

Agitatie is het verspreiden van een klein aantal ideeën aan een grote groep mensen. Dat doen we bijvoorbeeld met onze stickers en posters, posts op social media, flyers, het ophangen van spandoeken, en het roepen van slogans op demonstraties. Posters met teksten als ‘De NAVO is er niet voor ons’ en ‘De NAVO is niet defensief, maar een oorlogsmachine’ zetten mensen hopelijk aan het denken: is de NAVO er wel om mij te beschermen? Op een flyer of op het manifest op onze website kunnen ze lezen dat de NAVO de belangen dient van westers kapitaal, en juist conflict opstookt.

De tweede stap is educatie. Een paar slogans en wat basale uitleg is een goed begin, maar als we de wereld willen begrijpen en goede analyses willen maken hebben we meer nodig. Daarom organiseren we lezingen en politieke cafés, schrijven we artikelen en statements en maken we langere video-content. Zo kunnen we meer de diepte ingaan, en mensen binnen en buiten onze organisaties bekendmaken met de complexe verhouding tussen kapitalisme, imperialisme, oorlog en de NAVO.

Die twee stappen leiden vervolgens weer tot organisatie. Lokale afdelingen zijn in hun omgeving aan de slag gegaan met acties tegen de uitbreiding van defensie en de propagandatour van de NAVO. Mensen die zich aangesproken voelen door de agitatie en de educatie kunnen zich aansluiten bij die acties, wat in sommige gevallen op termijn leidt tot lidmaatschap.

Door middel van deze drie stappen verspreiden we onze boodschap, leiden we mensen op om zelf goede analyses te maken, en versterken we onze eigen organisatie door meer ervaring op te doen met lokale acties en leden te werven.

Tot slot

We hebben de afgelopen maanden hard gewerkt aan deze campagne, en zullen in aanloop naar de NAVO-top alleen nog maar harder moeten werken. Voor ROOD en RSP is zo’n campagne een nieuwe ervaring, en als campagneteam hebben we een hoop geleerd. We kijken uit naar de volgende grote gezamenlijke campagne, hoewel onze strijd tegen het imperialisme van de NAVO natuurlijk ook na de top zal doorgaan. Ook hopen we dat het delen van onze analyse en strategie inzicht kan bieden aan anderen die zelf aan de slag willen. Die revolutie komt er immers niet vanzelf!

Leuk artikel? Meld je aan voor de Paraat nieuwsbrief!