Duizenden socialisten herdenken Luxemburg en Liebknecht in strijd met politie

Rosa Faucille

Op 12 januari 2025 vond de jaarlijkse herdenkingsmars ter nagedachtenis van Rosa Luxemburg en Karl Liebknecht plaats. Elk jaar komen duizenden communisten bijeen om hun moord te herdenken. Deze demonstratie wordt vaak op een gewelddadige manier door de politie verstoord. 

Rond de begintijd van de mars stond het plein bij de Frankfurter Tor al helemaal vol. Tientallen rode vlaggen, banners en portretten van Liebknecht en Luxemburg waren te zien. Het plein wordt geflankeerd door twee ‘socialistisch-classicistische’ woontorens aan een “Allee” (laan). De laan in kwestie, in Oost-Berlijn, is enorm breed; tweebaans in beide richtingen, en twee ruime trottoirs. Aan de rechterkant van de weg stonden de demonstranten, en aan de linkerkant en het trottoir hordes ME en politiebusjes, die ook de voor- en achterkant bekleden.

De mars wordt elk jaar georganiseerd ter nagedachtenis aan Rosa Luxemburg en Karl Liebknecht. Zij werden in 1919 vermoord in opdracht van de Duitse sociaaldemocratische partij (SPD). Ze waren jaren hiervoor van deze partij afgescheiden, omdat de partij in de Eerste Wereldoorlog de kant van de burgerij koos. Tijdens de Duitse revolutie van 1918 trad de SPD op als contrarevolutionaire kracht. Na Luxemburg’s en Liebknecht’s opstand in 1919 gaf de SPD-minister van Defensie de opdracht om Luxemburg en Liebknecht te laten vermoorden. Sinds 1946 wordt hun dit jaarlijks herdacht. In de tijd van de DDR werd de herdenking door de regering georganiseerd, maar na de val van de muur is er een stichting opgericht die de mars sinds 1996 organiseert. Ook Lenin, die rond dezelfde datum stierf, wordt vaak toegevoegd aan het rijtje. Men spreekt dan ook wel eens van de LLL-demonstratie: Luxemburg, Liebknecht, Lenin. 

Op de mars waren dit jaar duizenden mensen. Ook veel verschillende socialistische organisaties waren aanwezig, zowel marxistisch-leninistische, trotskistische, en centralistische organisaties. Ook een pro-Palestinablok en een Koerdisch blok liepen mee. Niet alleen Duitse organisaties waren vertegenwoordigd. Kameraden van verschillende Europese landen waren afgereisd om Luxemburg en Liebknecht te herdenken. Vanuit Nederland liepen er mensen mee om internationale organisaties te vertegenwoordigen, maar ook vertegenwoordigers van Nederlandse organisaties, zoals ROOD en de NCPN.

Aan weerskanten van het Palestina-blok liepen gedurende de hele mars ME’ers. De slogan ‘From the River to the Sea, Palestine will be Free’ is gecriminaliseerd in Duitsland. Ook bij slogans met het woord ‘intifada’ grijpt de politie soms in. Ondanks de constante dreiging gebruiken de demonstranten deze slogans toch een paar keer. Als reactie droeg de Duitse politie via een luidspreker de demonstranten op om te stoppen, op straffe van een arrestatie. Andere organisaties toonden zich solidair, en vormen een barrière tussen het Palestina-blok en de politie.

De Duitse ME’ers filmden de demonstranten voortdurend. Ze gebruiken hiervoor camera’s op een hoge stok, die door een ME’er wordt vastgehouden. Aan de andere kant van de camera is een scherm, waar de andere ME’ers naar kijken. Op deze manier proberen ze ‘provocateurs’ te identificeren. Vervolgens proberen ze deze demonstranten te arresteren. Tijdens de mars heeft de politie mensen gearresteerd, en hevig mishandeld. Vier mensen eindigen in het ziekenhuis.

De mars eindigt bij Friedrichsfelde, waar de graven van Liebknecht en Luxemburg zijn. Hun graven zijn onderdeel van de ‘Gedenkstätte der Sozialisten’; een monument voor socialisten en staatsmannen van de DDR. De deelnemers van de mars legden ter herdenking een rode anjer op een van de graven.

Aan de straat voor de begraafplaats stonden kraampjes van organisaties die deel hadden genomen aan de mars, die boeken, pamfletten en zelfs eten verkochten. Ook dit deel van de herdenking werd verstoord door de politie.

De politie duwde een groep demonstranten in ‘uniform’ (allemaal met een zwarte jas, spijkerbroek, en een rode balaclava), richting het einde van de straat. De demonstranten vormden een linie, waardoor het de politie moeilijk afging om mensen uit de groep te trekken. Als oplossing besloot de politie de menigte een metrostation in te duwen. Hierdoor werden mensen heel hard en nauw tegen elkaar aangedrukt. Als gevolg van de chaotische situatie, raakte een groep politieagenten ingesloten in de menigte naast een terras. Iemand gooide een tafel om, en de menigte werd gepeppersprayd door de polite.

Met veel duwen en dreigen lukte het de politie uiteindelijk om de groep het smalle metroperron op te krijgen (op het perron waren ook mensen aanwezig die niets met de demonstratie te maken hadden). Hierna werden zo veel mogelijk mensen de volgende metro ingeduwd. De metro was niet gevorderd door de politie; er zaten nog passagiers van het vorige station in. Bij het eerstvolgende station, werden de demonstranten bevolen de metro te verlaten en werden zij uit elkaar gejaagd.

De herdenking heeft een expliciet politiek karakter, en heeft meer weg van een demonstratie. Het is niet te vergelijken met de herdenking van Henk Sneevliet, die ceremonieel en plechtig is. De focus ligt op het voortzetten van de hedendaagse strijd voor socialisme.. Palestina en de aankomende verkiezingen waren centrale onderwerpen.

Meer dan honderd jaar na de moord op Luxemburg en Liebknecht leeft de socialistische beweging in Duitsland nog steeds. De kameraden die een onderdeel vormen van deze beweging, laten deze gebeurtenis niet aan zich voorbij gaan, laten zich niet intimideren door de politie en zetten de strijd van Luxemburg en Liebknecht tot vandaag de dag door.