Ibrahim Traoré is nu drie jaar de leider van het West-Afrikaanse Burkina Faso. Hij is pan-Afrikanist, gaat viraal op sociale media en criminaliseert homoseksualiteit. Hoe kan het leiderschap van Ibrahim Traoré begrepen worden vanuit een marxistisch perspectief? En, misschien wel belangrijker, staat deze man werkelijk voor de emancipatie van de Afrikaanse werkende klasse?
Burkina Faso, voorheen Frans Opper-Volta, kent een rijke prekoloniale geschiedenis. Na de onafhankelijkheid in 1960 bleef het gevangen in de greep van Frans neokolonialisme via de CFA-franc en het Françafrique-netwerk, wat leidde tot politieke instabiliteit en coups. In 1983 bracht een coup de Marxist-leninistische revolutionair Thomas Sankara aan de macht. Hij hernoemde het land en voerde radicale, anti-imperialistische hervormingen door, waaronder landelijke vaccinatie- en alfabetiseringscampagnes, historische maatregelen voor vrouwenrechten, en een agro-ecologische revolutie die het land in slechts vier jaar voedsel zelfvoorzienend maakte.
Het Westen kon echter niet toekijken hoe miljoenen Afrikanen hun eigen lot in handen namen. Het anti-imperialistische project van Sankara mocht niet slagen: in 1987 werd hij vermoord door Blaise Compaoré in een coup georganiseerd door de Franse geheime dienst. Al snel genoeg draaide Compaoré de nationalisaties terug en herstelde hij de nauwe banden met Frankrijk en de internationale financiële instellingen.
Sindsdien is het lastig geweest voor Burkina Faso. De verwaarlozing van de perifere regio’s en oplopende etnische spanningen schiepen de perfecte voedingsbodem voor jihadistische rebellen, die vanuit hun bolwerken in het instabiele buurland Mali voet aan de grond kregen in Burkina Faso. Deze opstand is inmiddels al tien jaar gaande, gevoerd door groepen gelieerd aan onder meer Al-Qaeda en IS en heeft al twintigduizend Burkinezen het leven gekost en twee miljoen mensen ontheemd.
Zoals zo vaak in de Burkinese geschiedenis leidde de combinatie van interne instabiliteit en externe druk tot een nieuwe staatsgreep. In 2022 was het de jonge kapitein Ibrahim Traoré die deze stap zette. Traoré greep de aandacht door zijn overeenkomsten met Thomas Sankara: beide zijn jonge leiders met pan-Afrikaans en anti-imperialistisch gedachtegoed.
De toekomst in eigen handen nemen
Als interim-president trok Traoré Burkina Faso terug uit de Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten, beter bekend als ECOWAS. Deze organisatie, die gezien wordt als een EU voor West-Afrikaanse landen, oefende zware druk uit op Burkina Faso, Mali en Niger om onder precaire omstandigheden snel verkiezingen te organiseren en dreigde met sancties en schorsing.
In reactie daarop kozen de drie landen voor een andere koers: ze richtten samen de Alliance of Sahel States (AES) op: een confederatie die soevereiniteit en samenwerken op economisch en militair vlak boven westerse inmenging stelt. Waar ECOWAS door critici wordt gezien als een verlengstuk van Franse en Europese belangen, presenteert de AES zich juist als een blok van landen die hun eigen toekomst in handen willen nemen, los van neokoloniale structuren. In hoeverre lukt dat?
Sinds Traoré aan de macht is, wikkelt Burkina Faso zich steeds verder los van veelal Westerse structuren en instituties: zo heeft het zich samen met Mali en Niger teruggetrokken uit het Internationaal Strafhof en worden bedrijven met Franse connecties genationaliseerd. Soevereiniteit op nationaal en economisch vlak lijkt daarbij voorop te staan. Projecten geïnitieerd vanuit de overheid zoals tomatenverwerkingsfabrieken zijn daarvan een voorbeeld.
Binnen- en buitenlandse steun
Met enkel tomaten word je niet de meest viral Afrikaanse leider. Waar komt al die populariteit van Traoré dan vandaan? Sociale media als TikTok, Facebook en YouTube worden overvloed door posts van ontwikkelingen in Burkina Faso en uitspraken van de jonge president. Een kanttekening: veel daarvan zijn nep. Ofwel AI, ofwel beelden uit andere landen worden gepresenteerd als authentieke beelden van wat er in het binnenland gebeurt. Toch lijkt het aan te slaan bij de veelal jonge bevolking van Burkina Faso: de grote bijeenkomsten in de hoofdstad Ouagadougou die steun betuigen aan Traoré zijn daar een voorbeeld van. De bevolking van Burkina Faso is grotendeels agrarisch en velen hebben geen toegang tot onderwijs. Het is dan ook niet vreemd dat ze niet zelf AI-beelden in groten getale genereren en delen, veel van de accounts die de beelden verspreiden zijn namelijk gelieerd aan het Kremlin. Toch is het idee dat Traoré geen steun geniet van zijn volk een misvatting. In april van 2025 kondigde de regering aan een staatsgreep afgeweerd te hebben, waarop Burkinezen de straat op gingen i n een solidariteitsmars in steun van de nieuwe regering. Daar wapperde boven de massa’s twee soorten vlaggen: die van Burkina Faso en die van Rusland.
Wat is de rol van Rusland in Burkina Faso? Traoré zelf heeft dit jaar gezegd dat hij een ‘exponentiële groei’ van de banden met Rusland zoekt. Die banden zijn al sinds Traoré de leiding heeft genomen aan het toenemen. Zo zijn al driehonderd soldaten van het Africa Corps, voormalig de beruchte Wagnergroep, gestationeerd in Burkina Faso om te helpen verdedigen tegen de jihadistische rebellen. Het Russische bedrijf Nordgold heeft een mijnbouwvergunning gekregen om een goudafzetting te ontwikkelen. In Ouagadougou worden sambo-lessen gegeven, de vechtsport ontwikkeld in de Sovjet-Unie.
Vanwege de decennia aan Westerse exploitatie was het uiteraard niet moeilijk voor Rusland om te kapitaliseren op anti-Westerse sentimenten. Het houdt niet op bij Rusland. Met steun van China is ook dit jaar een nieuwe cementfabriek geopend in Burkina Faso. Ook een nieuwe zonnecentrale wordt op dit moment gebouwd met steun van China in de vorm van een relatief gunstige lening. Wapens worden tegenwoordig veel vanuit China gekocht, zeker nu Rusland vertraagd is door de oorlog in Oekraïne.
De aard van anti-imperialisme
De kern van de kwestie die voor ons ligt is als volgt: zijn de ontwikkelingen in Burkina Faso tekenen van de anti-imperialistische strijd die Traoré zegt te voeren, of zien we hier de ene meester voor de andere ingeruild worden? Het Franse, Westerse kapitaal voor het Russische en Chinese? Dat ligt er net aan wie je het vraagt, zelfs in radicaal-linkse hoek. Met de ondergang van Amerika’s onbetwiste dominantie op het wereldtoneel ontstaat er deze eeuw steeds meer een multipolaire wereld, waarin verschillende grootmachten weer met elkaar in competitie komen. Dat gebeurt dan ook voornamelijk op het gebied van kapitaal. De vraag is of de materiële omstandigheden van werkende Burkinezen wel echt veranderd zijn?
Of je China nou als een land met socialistische intenties beschouwt of niet, de Burkinezen hebben het met de Chinezen ongetwijfeld beter getroffen. Want in tegenstelling tot de Amerikanen of Fransen, mengen de Chinezen zich niet in de binnenlandse politiek van de landen waarmee zij handelen. Bovendien wordt het land met projecten als de zonne-energiecentrale steeds onafhankelijker op het gebied van energie, grondstoffen en voedsel. Hiermee breekt Burkina Faso los van het spinnenweb van het Westerse kapitaal waar het zo lang in verwikkeld zat en bouwt het langzaam zijn eigen productieve krachten op.
Dat is namelijk wat nodig is voor Afrika om op termijn los te kunnen breken van het neokolonialisme en het kapitalisme. Nee, Burkina Faso is geen socialistisch land, maar met de ontwikkelingen die onder Traoré tot stand komen ontstaat er ongetwijfeld ruimte voor ontwikkeling en organisatie die cruciaal zal zijn voor de werkende klasse om de imperialistische banden te breken.
Een stap terug
Deze ruimte is er echter niet voor iedereen. Sinds dit jaar is homoseksualiteit in Burkina Faso verboden bij de wet. Het promoten of vertonen van homoseksueel gedrag kan sinds september maar liefst vijf jaar in de cel als gevolg hebben. Er zijn vooralsnog geen arrestaties gemeld, toch is dit een zorgwekkende stap achteruit in een land waar de LHBTI-gemeenschap het al moeilijk heeft.
Hoewel sommige sympathisanten van Traoré verklaren dat dit enkel een symbolische en populistische stap is om de conservatieve bevolking aan zijn kant te krijgen, rechtvaardigt dat deze maatregel absoluut niet. Als communisten zijn wij geen ‘populisten, maar het meest voorwaarts drijvende gedeelte van de werkende klasse’, aldus Marx. Dat betekent dat wij ook opkomen voor gemarginaliseerde groepen en niet klakkeloos meegaan in wat de meerderheid op dat moment als wenselijk ziet, zeker niet als het gaat om sociale maatregelen zoals deze. Traorés capitulatie voor de conservatieve krachten in zijn land moet voor ons als communisten dan ook onaanvaardbaar zijn, zeker als we deze maatregelen vergelijken met de sociale maatregelen die de emancipatie van vrouwen wél bevorderden onder Thomas Sankara.
Kritische solidariteit
Deze en andere maatregelen zoals het onder dwang kritische journalisten opnemen in het leger moeten kritisch bekeken worden. Toch kunnen we door een materiële analyse van de gebeurtenissen in Burkina Faso en de andere AES-landen toch stellen dat wat er gebeurt historisch progressief is. De mogelijkheid voor Afrikaanse arbeiders om de productie in eigen handen te nemen neemt namelijk toe, aangezien de nieuwe fabrieken die gebouwd worden grotendeels eigendom zijn van de staat en bestaande fabrieken van onder andere Franse kapitalisten genationaliseerd zijn.
Hoe kunnen wij, als communisten, Traoré beoordelen? Westerse bronnen zullen hem wegzetten als dictator. Maar dat doen ze niet vanuit simpele morele verontwaardiging. Wat Traoré namelijk wel is, is een bedreiging voor de Westerse dominantie van Afrika. Burkina Faso en de andere AES-landen volgen nu hun eigen pad en hoewel dat er in de praktijk verre van perfect uit ziet, is het historisch gezien een stap vooruit. Dus laten we niet blind meegaan in het narratief van de moordzuchtige dictator, maar ook niet onvoorwaardelijk onze steun verlenen wanneer we zien dat er óók stappen terug genomen worden. Laten we achter Ibrahim Traorés staan in ons gedeelde doel: de emancipatie van werkende mensen, maar laten we vooral ook kritisch blijven.