Moet de communistische partij internationaal zijn?

Redactie Paraat
communistische partij internationaal
Illustratie Niels Otterman

Dit is het tweede artikel in een reeks waarin de redactie verschillende aspecten van de partij belicht. Deel 2: Waarom moet de communistische partij een internationaal karakter hebben?

‘De arbeiders hebben geen vaderland. Men kan hen niet ontnemen wat zij niet hebben.’
-Karl Marx en Friedrich Engels, Manifest van de Communistische Partij

Iedere serieuze socialist maakt zich op dit moment zorgen over de huidige internationale politieke situatie. De genocide in Palestina, de inter-imperialistische oorlog in Oekraïne en de intensiverende tegenstellingen tussen Chinees en Amerikaans kapitaal die op het punt staan te springen zijn slechts een paar van de talloze dingen die menig marxist bezighouden. Het belang van internationaal en internationalistisch organiseren voor het verzet tegen deze crises wordt steeds duidelijker. Communisten erkennen de noodzaak van internationalistische organisatie – dat wil zeggen: een vorm van organiseren die de gehele wereldwijde arbeidersklasse probeert te verenigen – al sinds het vroegste begin van de socialistische beweging. De eerste communistische organisatie, de Bond der Communisten, had een duidelijk internationalistisch karakter en Marx besteedde een groot deel van zijn politieke werk aan het organiseren van de Eerste Internationale. Alle relevante communistische bewegingen hebben sindsdien een duidelijk wereldwijd perspectief gehad.

Communisten en internationalisme

De reden dat communisten zoveel belang hechten aan internationalistische organisatie is dat communisten erkennen dat het kapitalisme een wereldsysteem is. Er is geen land op aarde dat volledig is afgesloten van de kapitalistische productiewijze. Tegelijkertijd erkennen we dat de burgerij beslissingen maakt binnen de grenzen van een land. Deze twee punten zorgen ervoor dat natiestaten individuele actoren zijn op de internationale wereldmarkt. Zij concurreren onophoudelijk met de interne markten van andere natiestaten en doen alles om hun eigen positie te verbeteren. Het verbeteren van deze positie is daarin altijd relatief. Wanneer de één wint, verliest de ander. Als een land bijvoorbeeld betere toegang krijgt tot grondstoffen betekent dat dat een ander land hun toegang verliest. Tegenwoordig krijgt deze strijd zelfs een extra dimensie. Door de prominentie van transnationale bedrijven en kapitaal dat steeds minder ‘in de grond’ zit, kunnen bedrijven steeds sneller van land wisselen. Daardoor wordt deze competitie alleen maar heviger, en proberen landen met man en macht alle kapitalisten tevreden te houden. Ze kunnen immers zomaar weggaan.

Ook de belangrijkste klassen in dit wereldsysteem, de burgerij en het proletariaat, hebben een internationaal karakter. De burgerij, de klasse die de productiemiddelen bezit, is internationaal georganiseerd door middel van organisaties als de Europese Unie, de Verenigde Naties, het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank. Hoewel nationale secties van de burgerij soms tegengestelde belangen hebben, heeft de wereldwijde burgerij een gedeeld belang bij het instandhouden van het kapitalistische systeem. Amerikaans en Chinees kapitaal kunnen concurreren, maar zullen tegelijkertijd optrekken tegen een massale arbeidersbeweging die het kapitalisme bedreigt. Het proletariaat, de klasse die afhankelijk is van loonarbeid, heeft eveneens een gedeeld belang: het afschaffen van het kapitalisme en het privaat bezit over de hele wereld.

Sociaaldemocraten en imperialisme

Dat kapitalisme een internationaal systeem is, verklaart ook waarom de sociaaldemocratie gebaseerd is op imperialisme. Sociaaldemocraten willen een regering vormen om de burgerlijke staat te besturen en veranderingen door te voeren. Dit doen ze, zo nodig, met burgerlijke partijen. Een nobel streven, maar in werkelijkheid is het een dwaalspoor. Het werkt namelijk enkel op eerste gezicht: de levens van arbeiders worden marginaal verbeterd, en de kwade gevoelens tussen de klassen nemen af. Wat later echter de hoek om komt kijken is dat deze verbeteringen enkel gestoeld zijn op de uitbuiting van arbeiders in andere landen. Arbeiders in het sociaaldemocratische land worden afgekocht met het geld dat de kapitalisten verdienen door de brute uitbuiting van arbeiders in andere landen. De arbeiders in die landen pikken dat natuurlijk niet, dus om dit in stand te houden moet de sociaaldemocratische partij besluiten om een flink leger te gaan onderhouden. Zo komen de sociaaldemocraten in oppositie met hun kapitalisten als het op binnenlands beleid aankomt, maar tot een alliantie met hun kapitalisten als het aankomt op het verdedigen van de relatieve macht van het ‘eigen’ kapitaal. De sociaaldemocraten willen intern hervormingen en de kapitalist in de weg zitten, maar werken extern samen om de dominantie van diezelfde kapitalisten hoog te houden.

Dit kan op twee manieren falen: de burgerij besluit dat het wel mooi is geweest en verkast naar een land waar ze het zowel wat betreft binnen- als buitenlandbeleid goed hebben, of de uitbuiting van andere landen stopt, waardoor de hervormingen niet meer te bekostigen zijn. Het is dus een strategie die berust op samenwerking met de burgerij die vroeg of laat spaak loopt.

Het ideaaltype van de sociaaldemocratie bestond in Nederland vlak na de Tweede Wereldoorlog. De ‘rooms-rode’ coalities tussen de Katholieke Volkspartij en de Partij van de Arbeid, aangevoerd door de sociaaldemocraat Willem Drees, bouwden een verzorgingsstaat. Er kwamen een gegarandeerd pensioen en een nationaal zorgstelsel alsmede allerlei sociale verzekeringen zoals de bijstand. Tot op de dag van vandaag wijzen Nederlandse sociaaldemocraten naar dit model als voorbeeld voor het model waarnaar zij zelf streven. Wat zij hierbij handig achterwege laten is dat al deze hervormingen alleen gefinancierd konden worden door de intensiverende uitbuiting van de Nederlandse koloniën in Suriname, de Antillen en Indonesië, gezamenlijk met Amerikaanse leningen, die op hun beurt werden gefinancierd door de uitbuiting van heel Latijns-Amerika. Drees streed met hand en tand tegen de onafhankelijkheid van Indonesië om de hervormingen in Nederland zelf te behouden en ging daarbij onbeschaamd over lijken. Bij de zogenaamde politionele acties, die in werkelijkheid een koloniale oorlog waren, stierven honderdduizend Indonesiërs een afschuwelijke dood; allen moesten sterven voor het Nederlandse belang.

Socialisme in één land

Niet alleen de sociaaldemocratie is onhoudbaar, ook de historische strategie van het socialisme in één land zal niet tot het wereldcommunisme leiden. Er zijn slechts twee wegen: ofwel de revolutie blijkt zo sterk dat ze door haar omvang de rest van de kapitalistische staten forceert het socialisme aan te nemen, ofwel er vindt uiteindelijk een kapitalistische tegenrevolutie plaats.

De Sovjet-Unie is een van de landen die tevergeefs heeft geprobeerd het socialisme in één land te bewerkstelligen. Hoewel de Sovjet-Unie het meest vooruitstrevende socialistische project ooit was en het aanzienlijke verbeteringen heeft gebracht, is het helaas niet te ontkennen dat het niet tot een klasseloze, staatloze samenleving heeft geleid. Na het uitblijven van socialistische omwentelingen in andere landen was het wellicht onvermijdelijk om socialisme in één land uit te proberen, maar hoe graag men het ook wil: het kapitalisme en communisme kunnen niet naast elkaar bestaan zonder dat de één de ander opvreet.

De kapitalist zal dit echter niet zomaar laten gebeuren. Na een socialistische omwenteling zal de wereldwijde burgerij al haar wrok botvieren op de nieuwe proletarische staat. Het doel is om de proletarische staat zo klein mogelijk te houden, zodat deze geen bedreiging is voor de eigen kapitalist. Zo mogelijk zorgen de kapitalisten er ook voor dat de arbeidersstaat compleet afgesloten wordt van de buitenwereld, en maken ze het land zo arm mogelijk. Alles om de arbeiders in het eigen land ervan te overtuigen dat het socialisme enkel dood en verderf brengt.

Zodra de staat van het proletariaat echter een groot genoeg gebied beheerst, wordt het voor de kapitalist heet onder de voeten. Grote delen van de wereldwijde arbeidersklasse zullen buiten de dictatuur van de burgerij leven. Het propagandaverhaal van de kapitalist zal steeds lastiger worden. Wellicht zal het zelfs zo zijn dat bepaalde grondstoffen niet langer geleverd worden aan de landen die nog steeds het kapitalistische economische systeem voeren.

De strijd is dan echter nog niet gewonnen. Zolang het kapitalistische systeem nog een groot gedeelte van de wereld onder controle heeft zal een groot gedeelte van de grondstoffen en productie in de desbetreffende landen liggen. Dat betekent dat er gehandeld moet worden met deze landen, waardoor het bijzonder lastig wordt om productie voor de markt af te schaffen. Produceren naar behoefte, zoals het socialisme wil, kan dus niet compleet worden ingevoerd zolang er een significant kapitalistisch blok bestaat. Wat een groter probleem is, is dat er ook strijd zal plaatsvinden over de grondstoffen op de wereld die buiten de kapitalistische kern vallen. De kapitalisten zullen namelijk over de hele wereld willen voorkomen dat landen een socialistische omwenteling doormaken. Niet alleen dat, ze willen ook voorkomen dat grondstoffen überhaupt het socialistische land bereiken. Het kapitalisme vereist immers eeuwige en oneindige groei om zichzelf in stand te houden. Als er plotseling landen zijn die jouw uitbuitende praktijken niet langer dulden op hun grondgebied, zit dat de uitbreiding van het kapitalisme verschrikkelijk in de weg. Deze strijd zal blijven oplopen via economische, politieke en militaire weg, totdat een van de blokken het begeeft.

Om ervoor te zorgen dat de communisten dit winnen, is het belangrijk dat de socialistische staten eendrachtig optrekken en hun productie steeds meer op elkaar afstemmen. Ten eerste omdat het samenvoegen van hun productie resulteert in een verminderde nood naar handel en dus een mindere afhankelijkheid van geld, maar ten tweede omdat ze op die manier minder afhankelijk zijn van grondstoffen uit kapitalistische staten. Zeker als de kapitalisten nog met elkaar vechten, zoals ze ook vaak doen, maakt dit het socialistisch blok bijzonder sterk.

Zodra de communisten de strijd winnen, kan er echt gebouwd worden aan het communisme. Er zijn geen landen meer om tegen te vechten, dus de grenzen kunnen langzaamaan worden opgeheven. Er is steeds minder georganiseerde burgerij om tegen te strijden, dus ook het leger en de politie worden steeds overbodiger. De grondstoffen zijn vrij toegankelijk voor de arbeidersstaten, dus er hoeft steeds minder handel gedreven te worden. In het kort: de staat kan eindelijk ophouden met bestaan, gezien er niet langer georganiseerde strijd tegen de burgerij nodig is.

Om de communistische revolutie te laten slagen, moet er op den duur een wereldwijde dictatuur van het proletariaat gevestigd worden en op de korte termijn een arbeidersstaat op tenminste continentaal niveau. Alleen op deze manier heeft de nieuwe staat toegang tot genoeg grondstoffen en productiecapaciteit evenals een grote massabasis om zichzelf in stand te houden en uiteindelijk de aanval op het wereldkapitalisme uit te breiden. Om daarna te overwinnen, en het socialisme, en daarna het communisme, in te luiden.

Internationale organisatie

Voordat de wereldwijde dictatuur van het proletariaat gevestigd kan worden, moet het communisme aan grote populariteit winnen onder de wereldwijde werkende klasse. Om dit te bewerkstelligen moeten communisten die actief zijn in de strijd van arbeiders en onderdrukte volkeren over de hele wereld hun strijd coördineren. Communisten geven zo tevens een voorzet op de wereldwijde samenwerking van arbeidersstaten. Dit doen we op drie manieren.

Ten eerste moeten communisten ten alle tijden het belang van internationalisme erkennen binnen de nationale beweging waarin we werken. Communistische partijen mogen nooit vervallen in sociaalchauvinisme, waarbij er wordt gekozen voor de kortetermijnbelangen van de sectie van de arbeidersklasse in een bepaald land boven de langetermijnbelangen van de wereldwijde arbeidersklasse als geheel. We moeten bereid zijn te erkennen dat dit de populariteit van de communistische partijen in de imperiale kern, de meest geavanceerde kapitalistische landen, tijdelijk kan schaden. Het is echter van levensbelang dat we niet toegeven aan de tendens die de belangen van het internationale proletariaat ondergeschikt maakt aan het winnen van kortstondige populariteit onder arbeiders in de imperiale kern. We hebben immers eerder in het artikel geleerd dat dit soort chauvinisme nooit tot de staatsloze, klasseloze samenleving kan leiden. Communistische partijen moeten dus in de landen waar zij actief zijn solidariteit organiseren met de strijd van arbeiders en onderdrukte volkeren in andere landen, zoals communisten nu doen in de strijd voor een vrij Palestina. Ook moeten alle communisten de eigen kapitalisten op de knieën krijgen en afdwingen dat zij hun steun aan de onderdrukking van arbeiders en andere volkeren staken. Zo moeten we Nederlandse vestigingen van bedrijven zoals Caterpillar dwingen te stoppen met het leveren van onderdelen voor bulldozers die aan het Israëlische leger worden verkocht en Nederlandse universiteiten dwingen hun samenwerking met universiteiten die medeplichtig zijn aan de genocide in Palestina stop te zetten.

Ten tweede moeten revolutionaire partijen altijd solidair staan met revolutionair-socialistische partijen in andere landen. We mogen in Nederland niet wegkijken wanneer onze kameraden van Young Struggle door Parijse fascisten worden aangevallen, wanneer kameraden van het Arbeidersfront Oekraïne gearresteerd worden onder mom van een noodtoestand, of wanneer de organisaties van onze kameraden in de Filipijnen gecriminaliseerd worden onder het mom van terrorismebestrijding en Nederland wapens levert om hen te bombarderen. Wij moeten luid en duidelijk verkondigen aan de arbeidersklasse in Nederland dat wij niet akkoord gaan met het verbieden en criminaliseren van de georganiseerde arbeidersbeweging waar dan ook ter wereld.

Ten derde en als laatste moeten communistische partijen uit alle landen zich verenigen in een internationale organisatie. Op deze manier kan het organiseren van de arbeidersklasse op wereldwijd niveau gecoördineerd worden en kunnen we duidelijke analyses maken van wereldwijde omstandigheden door een grotere hoeveelheid perspectieven en informatie. Niet alleen om over landsgrenzen te strijden voor het communisme, maar ook omdat dit de basis legt voor verregaande samenwerking na de socialistische omwenteling.

Deze internationale moet eenheid hanteren op basis van een politiek programma dat pleit voor de bevrijding van de gehele mensheid door middel van de bevrijding van de werkende klasse. De internationale moet, net als haar lidpartijen, democratisch-centralistisch georganiseerd zijn. Dat wil zeggen: Alle besluiten van hogere organen moeten gelden voor de lidpartijen, en deze besluiten moeten op zo een democratisch mogelijke manier genomen worden. De internationale moet besluiten die mondiaal relevant zijn dus op dat niveau nemen, en deze besluiten gelden dan voor alle deelnemende staten. Wat nationaal besloten kan worden, moet echter nationaal besloten worden, en wat lokaal besloten kan worden, moet lokaal besloten worden. De internationale moet dus niet opleggen dat een sectie deelneemt aan verkiezingen of een bepaalde demonstratie, maar wel dat de secties altijd aan de kant van de wereldwijde klasse blijven staan.

Het moge duidelijk zijn: zowel sociaaldemocratie als socialisme in één land zijn dwaalsporen. Op termijn vallen ze allebij ten prooi aan het kapitalisme, totdat de arbeiders de macht grijpen en overwinnen. Er is maar één wereldwijde arbeidersklasse, de arbeidersstrijd heeft maar één doel, en er moet maar één communistische partij zijn. Op naar de internationalistische en internationale communistische partij!

Benieuwd naar deel 1? Lees het hier!

Leuk artikel? Meld je aan voor de Paraat nieuwsbrief!