Bahoz (2008) vertelt het verhaal van Cemal, een Koerdische jongen die in Istanbul gaat studeren en daar betrokken raakt bij een groep Koerdische communisten die strijden tegen de Turkse staat. In korte tijd ontwikkelt hij zich van simpele student tot ervaren activist en ondergronds strijder. Die ontwikkeling is niet altijd gemakkelijk. De kosten lopen soms hoog op en Cemal en zijn kameraden worden geforceerd om grote offers te maken voor hun doel. Toch geven ze nooit op. Bahoz geeft ons inkijk in wat de revolutie betekent voor de individuen die ervoor strijden en waarom ze er enorme tegenslagen voor kunnen doorstaan.
In een kille cel hangt Cemal ondersteboven aan het plafond. Twee agenten cirkelen om hem heen en stellen hem vragen over zijn betrokkenheid bij de partij. Hij laat geen woord los. Dan vraagt een van de agenten wat zijn nationaliteit is. “Ik ben Koerdisch”, antwoordt Cemal. Daarvoor krijgt hij een pak slaag. Het is het foute antwoord volgens de Turkse staat, maar Cemal weet wie hij is en zal dat nooit verraden. Een aantal maanden eerder was dat echter nog heel anders. Bahoz opent met Cemal, dan nog in zijn thuisdorp in de bergen van Oost-Turkije, die te horen krijgt dat hij mag studeren in Istanbul. Zijn familie benadrukt dat hij de staat dankbaar moet zijn voor deze kans. Hij heeft geen idee wat hij achterlaat of wat hem te wachten staat wanneer hij met de veerpont zijn dorp verlaat.
Wat hem te wachten staat is die kille martelkamer. Maar het is ook kameraadschap, strijdlust, en een nieuwe betekenis waar hij zijn leven aan wijdt. Dat ligt nu allemaal nog in de toekomst, wanneer Cemal op de universiteit aankomt is daar absoluut nog geen sprake van. Een groep Koerdische activisten vindt Cemals achternaam in het register en herkent dat dat een Koerdische naam is, dus ze zetten alles op alles om met hem in contact te komen. Cemal kan goed met hen overweg, maar moet niets weten van dat hij zogenaamd Koerdisch zou zijn. Cemal is simpelweg een Turk die toevallig Koerdisch spreekt.
Maar toch knaagt het aan hem. Hij maakt kennis met Koerdische cultuur via zijn nieuwe vrienden, en de subtiele vormen van onderdrukking en discriminatie vallen hem steeds meer op. Ook leert hij steeds meer over het geweld dat wordt ondervonden door Koerden in Turkije. Cemal begint zich in te lezen in Koerdische en communistische theorie en zijn politieke bewustzijn ontwikkelt zich zo verder. Langzaam maar zeker raakt hij overtuigd van de Koerdische zaak, en van zijn identiteit als Koerd. Hij bezit de theoretische kennis van een revolutionair, maar daarmee kom je maar zo ver. Een kameraad vertelt Cemal dat het onmogelijk is om verder te ontwikkelen als je theorie niet aan praktijk kunt koppelen. Het is tijd dat hij de volgende stap neemt.
Van theorie naar praktijk
Theoretische kennis is erg belangrijk, maar pas in de praktijk ondervind je wat het echt betekent om een revolutionair te zijn. Zo ook voor Cemal. Hij begint met kleine demonstraties voor een vrij Koerdistan en tegen fascisme. Hier en daar komt er een molotov cocktail aan te pas. De demonstraties kunnen op intens politiegeweld rekenen, en de activisten die eraan deelnemen worden sterk in de gaten gehouden. Cemal en zijn beste vriend, Orhan, worden uit hun studentenkamers gezet. Ze zullen illegaal bij vrienden moeten gaan slapen. Hun activisme wordt steeds belangrijker voor ze en hun studie verdwijnt naar de achtergrond. Het wordt langzaam duidelijk dat Cemal bereid is veel op te geven voor de revolutie.
De komende tijd spendeert Cemal aan actievoeren, kritieksessies met zijn kameraden en schuilen voor de politie. Dat is natuurlijk verbroederend, maar het is lang niet altijd leuk. Het activisme is zwaar werk en gaat altijd boven plezier. Liefdesrelaties worden afgekapt als ze de organisatie belemmeren. Cemal wordt meerdere keren opgepakt en gemarteld door de politie. Als klap op de vuurpijl haalt de politie zelfs Cemals vader naar Istanbul om hem zo in de val te lokken. Cemal trapt er niet in, maar het wordt zo wel duidelijk dat hij zelfs zijn familie niet kan vertrouwen.
Het praktisch voeren van de revolutionaire strijd houdt concreet in dat er geen weg terug meer is. In de praktijk moet je je volledig toewijden aan de strijd. Hierdoor krijg je direct te maken met staatsgeweld, maar ook met middelen voor bevrijding. In de praktijk wordt het duidelijk welk geweld de vijand al zal gebruiken als je enkel vraagt om een degelijk bestaan. Daarmee wordt ook duidelijk dat verzet en strijd de enige weg naar echte bevrijding zijn. Dit geldt ook voor Cemal. In de cel ontmoeten hij en Orhan een oude Koerdische activist die het land probeert te verlaten. Hij is gedesillusioneerd, maar kijkt met weemoed naar de twee jongens. Zij leven wat hij tientallen jaren eerder meemaakte. De praktijk leert hen wat het betekent om revolutionairen te zijn, en Cemal en Orhan zijn nog lang niet klaar om dat los te laten.
Het is ze echter niet gegund om de revolutionaire weg nog lang samen te bewandelen. Er zit een informant in hun groep die informatie doorspeelt over een grote actie. Onze protagonisten proberen nog weg te komen maar de politie heeft alle straten afgezet. Als Orhan probeert te vluchten, schiet de politie hem neer. Cemal wordt opgepakt en met marteling onder druk gezet om een bekentenis af te leggen over zijn partijlidmaatschap en wat hij gedaan heeft. Cemal weigert iets los te laten, maar een van zijn kameraden is wel gebroken. Het is genoeg om Cemal nog even vast te kunnen houden.
De revolutie is alles
Cemal heeft veel moeten doorstaan en opgeven voor de strijd. Toch lijkt hij er geen moment spijt van te hebben gehad, noch heeft hij overwogen om op te geven. Daarin reflecteert hij revolutionaire figuren uit de echte wereld. Vaak krijgen die te maken met geweld, verbanning, marteling, en het verlies van kameraden. Velen moeten onderduiken, contact met vrienden en familie verbreken, en komen voor moeilijke keuzes te staan. Toch weerhoudt dat ze er niet van om de strijd door te zetten. Waarom zijn revolutionairen bereid dit allemaal te doorstaan?
Veel mensen vinden het misschien uitzonderlijk of zelfs krankzinnig dat er personen zijn die bereid zijn dit soort dingen te doorstaan voor een politiek doel. Voor revolutionairen is het echter vanzelfsprekend. Vroeger of later krijgen zij in hun strijd nou eenmaal te maken met geweld en ontbering. Je strijdt immers voor het vernietigen van de gevestigde machten, en die laten dat niet zomaar gebeuren. Net als de meeste andere revolutionairen leerde Cemal dat al snel toen hij actief werd in de beweging. Het geweld dat de gevestigde machten plegen tegen revolutionairen weegt echter niet op tegen het belang van hun doel. Socialisten strijden immers voor de bevrijding van de hele mensheid. Voor Cemal is het primaire doel misschien bevrijding voor de Koerden, maar ook voor hem is socialisme het einddoel.
Het alternatief op die strijd is de eindeloze voortzetting van geweld en onderdrukking. Zoals een van Cemals kameraden zegt: ‘de oorlog wacht niet op ons maar neemt al constant levens’. Elke dag worden er mensen geconfronteerd met huisuitzettingen, loonslavernij, dwangarbeid, imperialistisch geweld en zelfs genocide. Minderheidsgroepen zoals de Koerden in Turkije vangen daar vaak hardere klappen van dan arbeiders in het hedendaagse Nederland, maar zij hebben allemaal wat te winnen bij de strijd voor het socialisme. Alleen die strijd kan een einde maken aan het geweld en de onderdrukking. Dat is wat de revolutie betekent, en dat is waarom revolutionairen bijna elke tegenslag uiteindelijk kunnen doorstaan. We hebben geen keuze, het is onze plicht om te strijden tegen onrecht. De revolutie is alles, de bevrijding van iedereen is het hoogste doel wat er is.
Dit is een hoopvolle maar tegelijkertijd ook bittere les om te leren. Het revolutionaire leven is niet makkelijk. Wanneer Cemal uiteindelijk vrij wordt gesproken is alles anders. Veel van zijn kameraden hebben Istanbul moeten ontvluchten en zijn de bergen ingetrokken – een Koerdisch eufemisme voor het oppakken van de gewapende strijd in het Koerdische deel van Turkije. Bahoz eindigt met Cemal, die op de veerpont staat waarmee hij aan het begin van de film zijn dorp verliet, nu de andere kant op. Een man op de boot herkent hem en vraagt of hij niet Cemal is. Cemal ontkent dat, hij zegt Mahmut te heten. Hij keert misschien terug naar waar hij vandaan komt, maar hij is niet meer dezelfde persoon en kan niet terug naar zijn oude leven. Net als zijn kameraden zal hij de bergen intrekken.•