Hoe imperialisme de wereld vormgeeft

Redactie Paraat
[Imperialisme verdeelt de wereld]
Illustratie: Jay van Delft

Het zal de meeste lezers niet ontgaan zijn; de geopolitieke verhoudingen in de wereld veranderen snel. De relatief stabiele situatie vanaf half jaren ‘90 tot de late jaren ‘10 en het idee dat deze stand zou houden is een liberale fantasie gebleken. Het zo benoemde ‘einde van de geschiedenis’ na de val van de Sovjet Unie is enkel een tijdelijk windstil in de ruwe zee van het kapitalisme gebleken. Met een grootschalige landoorlog in Oekraïne, een alsmaar sterker wordend China en een handelsoorlog die het westerse blok door elkaar schudt, is de internationale instabiliteit van het kapitalisme terug van weggeweest in Europa. Het imperialisme ligt eraan ten grondslag.

In de traditionele media staan liberale duiders te springen om uit te leggen wat er aan de hand is. ‘Trump is gewoon een gek’, roept de een. ‘De Russische cultuur is barbaars!’, roept de ander. Wat de specifieke redenering ook is, de duiders in Nederland zijn het over één ding eens: wij zouden ‘dit soort dingen’ nooit doen! Poetin valt landen binnen, maar ‘wij’, de NAVO, de EU, en ‘ons land’, staan voor vrijheid, democratie en menselijkheid. Daarbij wordt stilletjes genegeerd wat wij als westers blok de afgelopen 30 jaar hebben ondernomen om winsten hoog te houden en invloed uit te oefenen.

Dit medianarratief, het idee dat we als ‘het westen’ in een ideologisch conflict zitten met het autoritaire Rusland of China, is belangrijk om steun te houden voor het beleid van de westerse landen, maar het is geen verklaring voor waarom de wereld in elkaar steekt zoals die doet. Om binnen de (geo)politieke werkelijkheid onze standpunten te bepalen is het cruciaal dat we snappen waarom landen doen wat ze doen, welke belangen er schuilgaan achter beslissingen en hoe wij als werkende mensen hierop in kunnen spelen om onszelf hopelijk te bevrijden van de grillen van het internationale kapitalisme. In het kort: we moeten de materiële basis van imperialisme begrijpen.

De economische kern van het imperialisme

Kapitalisten gebruiken hun geld om arbeiders, grondstoffen en productiemiddelen in te kopen en zo producten te produceren. Deze warenproductie is de kern van het kapitalisme. Door producten te produceren en vervolgens te verkopen, genereren ze meer geld om weer in te zetten in het uitbreiden van hun productie. Deze herinvestering van geld moeten ze ook doen, want door op grotere schaal te produceren en nieuwe technologieën aan te boren worden de productiekosten per product kleiner. De kapitalist kan dan een lagere prijs vragen voor hun product waardoor hun marktaandeel per geïnvesteerd euro groter is. De economische kern van het kapitalisme duwt de kapitalist altijd in de richting van meer investeringen, meer groei, meer kapitaal. Dit fundament van de kapitalistische economie dreef het kapitalisme richting het einde van de industriële revolutie naar het vormen van nationale monopolies, grote bedrijven die effectief de enige relevante speler zijn in hun sector.  

In de late 19e eeuw begonnen de grootste kapitalisten voor het eerst structureel tegen de grenzen van het kapitalisme in eigen land aan te lopen. Veel kleine boeren en handarbeiders uit de voorkapitalistische tijd waren geïndustrialiseerd. De winst op een investering in eigen land werd relatief steeds lager. Het werd steeds duurder om marginaal betere technologie te ontwikkelen en extra arbeiders met een hogere levensstandaard in te huren. Om de kapitalistische groei in stand te houden moest een deel van de geproduceerde winst, het kapitaal, geëxporteerd worden naar landen waar men grotere winsten kon behalen. 

Naarmate de wereld zich economisch steeds verder ontwikkelde, verspreidde de export van kapitaal zich naar alle hoeken van de planeet. Om dit te faciliteren vormde de eerste kapitalistische landen elk een financieel stelsel met banken die grote leningen konden afgeven, waar kapitalisten collectief enorme aandelen konden nemen in buitenlandse projecten. De belangen van verschillende groepen kapitalisten kwamen daardoor in ieder land steeds vaker overeen. Door deze concentratie en het verenigen van zogenaamd ‘industrieel kapitaal’ en ‘bankkapitaal’ in dit financieel kapitaal kon de staat makkelijker de strijd aan gaan om voor hun eigen kapitalisten de rest van de wereld onder hun invloed te krijgen en in andere landen te gaan investeren.

In deze situatie breiden de nationale monopolies zich uit over de wereld, binnen de invloedssferen van hun eigen financiële kapitaal en staat. Ze vinden in landen die nog moeten industrialiseren goedkope arbeid of grondstoffen. De monopolies worden immense internationale bedrijven, die in diverse sectoren springen om zo, binnen hun eigen imperialistische kapitaalblokken, een zo efficiënt mogelijke productieketen te bemachtigen. Concurrentie tussen deze blokken speelde in de 19e eeuw hoog op, en niet veel later was de wereld verdeeld in invloedssferen tussen hen. De hoogste fase van het kapitalisme was geboren: het imperialisme. 

Imperialisme en kapitalistische blokvorming

Over het algemeen kijkt men tegenwoordig terug op de imperialistische blokken van de late 19e en vroege 20e eeuw als iets wat we nu nooit meer zouden doen. De koloniale onderdrukking, de extreme uitbuiting, het weigeren van politieke rechten aan gekoloniseerde volkeren. Dat imperialisme is van vroeger, niet van nu. Als we het echter begrijpen als economisch fenomeen dat geopolitieke keuzes inspireert, zien we dat de moderne machtsblokken, inclusief ons ‘westen’, niet in hun fundament anders zijn dan de machtsblokken van toen.

De wereld is van beperkte grootte. Wanneer blokken de wereld verdelen in invloedssferen geeft dit hun kapitalisten ook een bepaalde grens, een grens waar ze onvermijdelijk tegenaan zullen lopen. Er zijn maar zo veel mijnen waar grondstoffen gewonnen kunnen worden, er is maar zoveel markt waar naartoe geëxporteerd kan worden en er zijn maar zoveel toekomstige fabrieken die gebouwd kunnen worden. Wat vast staat voor deze blokken is dat wanneer de één verliest aan invloed, aan mogelijke ruimte, een ander wint. De positie van de een verslechtert tegenover de ander, de concurrentiestrijd wordt voor de een moeilijker dan voor de ander, waardoor de verhoudingen verder door kunnen kantelen. Deze realiteit zorgt ervoor dat deze blokken geen verlies kunnen dulden. Ze kunnen deze economische realiteit niet wegcijferen voor een ideologisch of moreel argument voor vrede of vrijheid. Dit is het stadium van het imperialisme, en uit deze geopolitieke werkelijkheid volgen de horrors van het 19e eeuwse imperialisme en de eerste wereldoorlog.

Deze vreselijke gebeurtenissen lijken ver weg van ons te staan, maar de onderliggende mechanismen zijn nog altijd aanwezig in het hier en nu. Het kolonialisme van vroeger, met directe heerschappij vanuit Europa, is vervangen door neo-kolonialisme waar investeringen, leningen en andere noodzakelijke relaties afhankelijk worden gemaakt van voorwaarden die de imperialistische blokken stellen. Landen met kleinere kapitalistische macht zijn afhankelijk van het grotere blok en hebben in te binden in eisen om bepaalde industrieën open te stellen voor buitenlandse investeringen.

Voorbeelden van imperialisme die hierbij naar voren springen zijn Vietnam, Griekenland of de voormalige Britse en Franse koloniën. Vietnam was na haar onafhankelijkheidsoorlogen en de val van de sovjet-unie in de jaren 90 volledig aangewezen op steun van de grote imperialistische machten, ze werd door de omstandigheden gedwongen om leningen aan te gaan van het door de VS beheerste IMF, die als voorwaarde stelden om de economie te privatiseren. Britse en Franse koloniën kregen soms diplomatisch, soms met gewapende strijd hun onafhankelijkheid, maar economisch waren hun economieën vaak wel nog verbonden met de imperialistische blokken, waardoor ze relatief vaak moesten inbinden naar hun voormalige kolonisator om hun land op de been te houden. Maar ook binnen een blok als de EU komen dit soort taferelen voor. Een voorbeeld hiervan is de eurocrisis uit 2013, waar EU ministers onder financiële druk de Griekse regering verplicht stelden om besluiten van haar linske parlement terug te draaien. Het westerse imperialistische blok heeft haar mond vol van democratie en vrijheid, maar de grenzen van dat gedachtegoed beginnen en eindigen bij de economische belangen van het blok.

Schuivende belangen en oorlog

Deze economische belangen zijn, door veranderingen in de wereldeconomie en door politieke ontwikkelingen, altijd in beweging. Waardoor het imperialistisch blok dan wel haar grenzen moet verleggen, dan wel een verlies moet incasseren. Wanneer een blok een imperialistisch conflict verliest riskeert het blok een crisis, omdat het toegang tot internationale markten ontzegt wordt. 

Dat een imperialistisch blok tegen haar eigen grenzen aan loopt is een logisch gevolg van de fundamentele aspecten van het kapitalisme. Deze tegenstelling brengt de politici die een bepaald kapitaal vertegenwoordigen in een lastige situatie. Zij kunnen deze tegenstelling namelijk niet ontwijken, er is geen middenweg. Of ze winnen, of ze bewegen verder richting een crisis die riskeert dat zij politieke steun verliezen en dat hun kapitaal verder in de problemen raakt.

Vanuit hier kunnen we ook ontwikkelingen verklaren die op dit moment plaatsvinden in het westerse imperialistische blok. Hoewel in zeer globale zin Amerika en Europese landen, tegenover hun concurrenten, een eenduidig belang hebben, moeten ze ook omgaan met een sterk ontwikkelend China en Rusland dat een buurland binnenvalt. Door verschillende belangen specifiek aan bepaalde landen en het nationale kapitaal van die landen, zoals bedrijven die gebonden zijn aan specifieke regio’s of grondstoffen, kunnen landen binnen hetzelfde blok ook van elkaar wegbewegen. Waardoor een relatie met de VS, die de afgelopen tachtig  jaar voor Europa zo belangrijk is geweest, langzaam uit elkaar spat in een handelsoorlog.

Een vergelijkbaar verhaal zien we bij de ontwikkeling van Rusland sinds de val van de Sovjet-Unie. Waar het nieuw kapitalistische Rusland voor leningen en financiering van haar kapitaalopbouw compleet afhankelijk was van westerse leningen, van het succes van het westerse imperialistische blok, bleef haar kapitalistische klasse onafhankelijk en verbonden aan verschillende politieke-economische belangen die ze er toe zetten om zichzelf verder te ontwikkelen. Deze omstandigheden duwden Rusland naar conflict met Oekraïne, Wat in 2014 leidde tot de annexatie van de Krim, en in 2022 tot een volledige land-invasie.

Uiteindelijk staat de noodzaak van economische groei, de noodzaak om maar te blijven investeren en te concurreren voorop. Voor die noodzaak kan en mag niks wijken voor de kapitalistische klasse. Is er een haven in Zuid-Oekraïne nodig voor Russische kapitalisten om effectief hun kapitaal te kunnen exporteren? Dan vindt Russisch kapitaal alles daarvoor geoorloofd, ook oorlog. Omgedraaid werkt dit echter precies zo: heeft de westerse kapitalistische klasse flink geïnvesteerd in Israël? Dan moeten zij koste wat kost beschermd worden, ookal moeten we daarmee een genocide op de koop toe nemen. Steunt Poetin een dictator in Syrië? Dan zetten wij onze eigen dictator er tegenover! Alles voor de invloed en toegang, die we nodig hebben voor meer en meer kapitaalaccumulatie. Alles voor het imperialisme.

Draai de wapens om!

Het moge duidelijk zijn dat het imperialisme, deze neigingen die voortkomen uit het kapitalisme, niet simpelweg weg te wensen zijn. Het maakt niet uit wie er aan de macht is, zo lang je een kapitalistische economie overeind probeert te houden loop je tegen de limieten aan die alleen door geopolitieke invloed en conflict te overwinnen zijn. Dit is waarom sociaaldemocratische regeringen, zonder invloed van massabewegingen aan strijdbare arbeiders, na de Tweede Wereldoorlog ook net zo vrolijk hebben meegedaan aan invasies en mensenrechtenschendingen als rechtse liberale regimes. Tony Blaire, een van de grootste oorlogscriminelen van de 20e eeuw en medeplichtig aan de invasie van Irak in 2003, was premier van een Labourregering in het VK. ‘Vadertje Drees’, grondlegger van de verzorgingsstaat in Nederland, pleegde verregaande misdaden in Indonesië.

Als socialisten verzetten we ons tegen al het imperialisme, maar door onze locatie primair tegen het imperialisme van onze eigen kapitalist. We strijden tegen westerse interventie in Irak, Iran of Afghanistan, niet omdat we Hoessein, Khomeini of de Taliban steunen, maar omdat we inzien dat dit een nooit eindigende cyclus van oorlog voedt. We strijden voor het verlies van al deze machthebbers, maar door onze tijd en plaats concreet tegen het imperialisme van Dick Schoof en de belangen die hij dient.

Het kapitalisme heeft een internationaal karakter, en waar de kapitalisten de arbeiders het vuile werk in de fabriek laten doen, laten ze hen dat ook doen in de geopolitieke strijd die zij voeren. Russisch, Oekraiens, Chinees of Amerikaans. Arbeiders zijn arbeiders en in de conflicten van het imperialisme hebben alleen de kapitalisten er wat aan als wij strijden voor hun investeringen. Om met Lenin te spreken: alleen als we de wapens omdraaien naar onze eigen kapitalisten, kunnen we een einde maken aan de oorlogen die werkende mensen vechten voor de winsten van het kapitaal.

Imperialisme zet arbeiders tegen elkaar op. Draai de wapens om! Illustratie Jay van Delft

Dit artikel verscheen in de Paraat van 1 mei

Leuk artikel? Meld je aan voor de Paraat nieuwsbrief!