Waarom je ‘Van dankbaar naar strijdbaar’ moet lezen

Jonathan Scheerder

In ‘Van dankbaar naar strijdbaar’ vertelt Bilal Ben Abdelkarim over de emancipatiestrijd van Marokkanen in België en Nederland. Door middel van persoonlijke verhalen en verhalen over de Arabisch-Europese Liga (AEL) van Dyab Abou Jahjah maakt de lezer kennis met de coming of age van een generatie Marokkanen in Nederland. Dit perspectief is onmisbaar in de strijd voor een beter en ander Nederland.

Voordat ik het boek verder wil introduceren en recenseren wil ik eerst benadrukken dat dit een onderwerp van belang is. Allochtonen in Nederland hebben op veel manieren een achtergestelde positie, en hun stemmen worden steevast uit het publieke debat geweerd. Dit boek is een oproep aan hen die geweerd worden om zich niet te laten weren. Linkse organisaties weten deze groep mensen nog maar slecht een stem te geven. Dit is in sommige gevallen door onkunde, maar in andere gevallen door onwil. Als we streven naar een rechtvaardige samenleving is het noodzakelijk dat de ‘witte’ politieke instituten hier verandering in brengen.

De rellen in Amsterdam Nieuw-West hebben laten zien hoe groot de woede richting de politiek is onder jongeren; “a riot is the language of the unheard”. Het is de hoogste tijd dat deze woede op een constructieve manier gekanaliseerd wordt. Niet om trams in brand te zetten en ruiten in te gooien, maar om verandering af te dwingen en om het politieke establishment te dwingen te luisteren. In deel 1 vertelt de schrijver over zijn (familie)achtergrond, in deel 2 over de politieke strijd van de Arabieren van de AEL en in deel 3 legt hij een analyse voor de huidige tijd voor.

Identiteit en achtergrond

Van dankbaar naar strijdbaar is een vlot geschreven boek van 190 pagina’s. In het eerste deel vertelt Bilal over zijn achtergrond en zijn jeugd. Het begint bij het begin: in deel 1 gaat het boek voornamelijk over de eerste generatie Marokkaanse migranten en over de plaats waar zij vandaan komen. Het is een persoonlijk verhaal; we krijgen deze informatie toegediend door middel van anekdotes en omschrijvingen uit zijn familiegeschiedenis. Dit stuk van het boek is rijk aan context en vertelt over allerlei onderwerpen. Het gaat over dekoloniale vrijheidsstrijd, de pizzeria van zijn vader, de fixatie op schoolprestaties, hoe de islam doorgegeven werd en over Kanaleneiland. Op het einde van dit deel verplaatst de vertelling zich grotendeels naar Nederland en de jongerencultuur waarin hij volwassen werd. We worden teruggezogen naar het Nederland van Pim Fortuyn, Raymzter en internetfora. Na 9/11 vindt de ‘extreemrechtse kentering’ plaats, en het moslimzijn wordt gedemoniseerd. Ook de eerste Marokkaanse opiniemakers worden geïntroduceerd.

De Arabisch-Europese Liga

In deel 2 wordt het boek politieker en komt de Arabische-Europese Liga uitgebreid aan bod. Deze club met Dyab Abou Jahjah als markante voorman weet de tongen goed los te maken. Hoewel schrijver Bilal nooit lid is geweest, geeft hij aan wat voor emanciperende werking deze groep heeft gehad op hem. De AEL sprak een eigen mening uit en kwam op tegen het onrecht dat haar leden ervaarden. De oprichters van de AEL waren eerst actief bij socialistische vakbonden en dergelijke organisaties, maar liepen hier tegen een muur van witheid op. Hierna vonden zij hun weg naar culturele instituten van migranten. Ook hier waren ze niet tevreden omdat zij de noodzaak van een politieke beweging zagen. Deze groep werd de AEL. De AEL ageerde zonder blad voor de mond te nemen tegen de achterstelling van migranten en voor sociale rechten. De assimilatiepolitiek was eveneens mikpunt van toorn. Deze club werd al gauw de ergste vuiligheid verweten. Zelfs nazivergelijkingen bleven niet uit.

De AEL had vier pijlers in hun visie: identiteit, trots, empowerment en verantwoordelijkheid. Bilal gaat in het boek uitgebreid op elke pijler in. Arabieren, moslims, migranten moesten hun identiteit omarmen, trots zijn op hun achtergrond, strijden voor sociale rechtvaardigheid en verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen emancipatie. Emancipatie wordt je niet verschaft door een softlinkse wethouder of een ngo-werknemer, maar is een gevolg van strijd.

De AEL had ook meningen over het Midden-Oosten. In het verleden leefde de ideologie van het Arabische nationalisme. Na de dekolonisatie van de Arabische wereld moesten Arabische landen een federatie vormen, waarin de verschillende bevolkingen in dit gebied relatief autonoom konden opereren, maar er samengewerkt werd aan een sterk blok dat niet overheerst kon worden zoals voorheen. De Arabische federatie zou welvaart brengen en een periode van ontwikkeling inluiden. De schrijver stelt vast dat deze stroming gefaald is in haar doelstellingen.

Palestina is uiteraard ook een belangrijk thema. De AEL was zeer uitgesproken tegen het vestigingskolonialisme van ‘Israël’ en kaartte de Palestijnse zaak ferm aan. Dit werd, net zoals nu, gedemoniseerd met aantijgingen van antisemitisme en terrorismesympathie. De AEL ontkende het bestaansrecht van de zionistische entiteit. De genocide in Gaza lijkt mij reden genoeg om de AEL daarin gelijk te geven.

Het boek schenkt aandacht aan de hetze die tegen de AEL gevoerd werd. Hier zet de auteur een uitstekende verdediging neer en legt de hypocrisie en leugens goed bloot. Dit soort hetzes zijn de gangbare tactiek van zij die niet willen dat mensen zichzelf emanciperen.

Wat nu?

In deel 3 komen we aan in het nu. Met de lessen die Bilal Ben Abdelkarim heeft getrokken uit zijn achtergrond, jeugd en de AEL-tijd maakt hij een analyse.Hij bespreekt de opkomst van extreemrechts en hoe het politieke centrum dit gefaciliteerd heeft. Aan de hand van Gramsci kijkt hij naar de ontwikkelingen in de bovenbouw, de cultuur. Zo komt hij tot een felle kritiek van de identiteitspolitiek van ‘het volk’, waar de PVV en consorten over spreken.

Bilal is van mening dat veel PVV-achterban “genezen” kan worden. De pijn die het racisme van extreemrechts veroorzaakt komt onvoldoende in beeld maar wordt enkel bestempeld als ‘racistisch’. Hij stelt dat we moeten leren samenleven zonder de ‘thought crimes‘ van anderen te willen verbannen. Door samen te leven en ruimte te bieden voor gesprekken met mensen met onwelgevallige meningen komen we verder, aldus Bilal.

Het laatste hoofdstuk is een betoog voor burgerlijke betrokkenheid. Het is belangrijk om jezelf te laten horen en ruimte in te nemen. Je moet strijden voor verandering, want je krijgt het niet cadeau. Bilal merkt op dat de AEL een grote psychologische verandering teweeg heeft gebracht. De AEL leerde moslimmigranten dat ze konden en mochten nadenken over politieke thema’s, waar ze zichzelf voorheen afzijdig hielden van de politiek. Met dit boek wil de schrijver hier op voortbouwen.

“Wij zijn hier en blijven hier. Het is nemen of te nemen. Laten is geen optie”.

Mijn reflectie op het boek

Mijn grootste kritiek op dit boek is wat er niet in staat. Het boek laat nog veel ruimte voor verdere analyse over. Zo komt de rol van de geopolitieke verhoudingen in de demonisering van moslims en Arabieren nauwelijks aan bod. Zelf denk ik dat dit een belangrijke oorzaak is van extreemrechts. Omdat Israël gelegitimeerd en gesteund dient te worden, móeten Arabieren wel zwartgemaakt worden als terroristen en extremisten. Als er een te menselijk beeld van moslims en Arabieren zou ontstaan, zou de onderdrukking van Palestijnen pijnlijk duidelijk worden. Daarnaast is er ook een economisch motief. Wanneer de rechten van een bepaalde groep onder druk staan, zijn ze makkelijker uit te buiten en zullen ze eerder genoegen moeten nemen met de kruimels.

De verbindende conclusie steun ik ten dele. Hoewel veel van de achterban van extreemrechts wel degelijk te genezen is met verbinding en open gesprekken, denk ik dat de militantie van de AEL Arabieren juist de ruimte bood om zich te manifesteren als volwaardig mens in plaats van als stereotype. Daarnaast bood de militante houding perspectief aan een groep die niet gehoord wordt en steevast wordt buitengesloten. Het bood een perspectief op wél gehoord worden en wél concessies afdwingen. Dit blijft nodig.

Conclusie

Al met al is dit boek een beginpunt. Het gaf mij, als witte Nederlander, een goed inkijkje in de belevingswereld van Bilal. Het is een prachtig boek. Het is persoonlijk, uitgesproken en inspirerend. De schrijver heeft duidelijk een rijke intellectuele achtergrond en in het boek passeren ook diverse citaten van bijzondere mensen, van Rosa Luxemburg en Antonio Gramsci tot Appa en Frank Boeijen.

De oproep die dit boek impliciet en expliciet doet, steun ik van harte. Echte bevrijding kan alleen door jezelf bewerkstelligd worden. Actief burgerschap, je mengen in het publieke debat, is noodzakelijk voor werkelijke bevrijding. De AEL heeft hierin destijds het voortouw genomen. Hoewel sommige belangrijke elementen van dit thema nog onbesproken zijn gebleven, is het een fantastische bijdrage. Ik hoop dat de auteur, maar zeker ook anderen, verder borduren op dit verhaal. Dit vat is nog lang niet leeg.