‘De FNV heeft de plicht zich uit te spreken tegen de genocide’

Laurens Monster

Van 19 tot 26 februari kunnen leden van de FNV stemmen voor het nieuwe ledenparlemenent, het hoogste orgaan van de vakbond. Dit jaar doen veertien kandidaten mee vanuit Vakbondsleden Solidair met Palestina (VSmP). Wat is het belang van hun deelname, en wat willen zij veranderen?

In vakbonden organiseren werkende mensen zich voor hun belangen. Ze strijden voor hogere lonen, betere werkomstandigheden, en beschermen werkers tegen hun werkgevers. Nederland kent veel verschillende vakbonden, maar met bijna een miljoen leden is de FNV de grootste, en dus de belangrijkste strijdorganisatie van werkende mensen. 

Elke vier jaar houdt de FNV verkiezingen voor het ledenparlement. Dit orgaan, bestaande uit 102 leden, is zo ongeveer de tweede kamer van de vakbond. Het beslist over de langetermijnplannen van de vakbond, controleert het bestuur, en beslist over de voorstellen die het bestuur initieert. 

Vakbondsleden Solidair met Palestina (VSmP) is een collectief van FNV-leden die zich binnen de context van het vakbondswerk inzetten voor de Palestijnse bevrijdingsstrijd. Zij pleiten onder andere voor een internationaal solidaire FNV die zijn anti-zionistische politiek kenbaar maakt en interne hervorming richting meer democratie binnen de bond. Namens VSmP kandideren zich veertien mensen. Paraat sprak vijf van hen over hun kijk op de toekomst van een strijdbare vakbond.

Waarom wil jij het ledenparlement in?

Het antwoord op deze vraag was eenduidig. Het ontbreekt de FNV aan een progressieve stem en strijdbaarheid. Middels zitting in het ledenparlement hopen bijvoorbeeld Ernesto Herrera Fuentaerba, student journalistiek en kandidaat voor sector jong en Wiktor Zegadło, werkzaam bij de Albert Heijn en kandidaat voor sector handel, een progressieve wind door de vakbond te laten waaien. 

Daarnaast benadrukken zij hun wens om de binnen de FNV onhoorbare stem van de jeugd te laten horen. Fuentaerba betreurt de gemiddelde leeftijd van een vakbondslid: ‘het is nu een oude mannending’. Hij vindt het belachelijk dat de FNV nog openbaar pleit voor het jeugdloon onder achttien jaar. Zegadło is van mening dat de FNV bij het onderhandelen met werkgevers te vaak concessies doet. Concessies waarvan de acht euro per uur verdienende jongeren steevast de dupe zijn. Ook Linda Huisman, student aan de UVA en verkiesbaar voor sector Jong, is ontevreden over het ‘witte mannen met grijze haren’-gehalte binnen het ledenparlement. Een jong elan met nieuwe inbreng is hoognodig.

Zijn de interne structuren van de FNV aan verandering toe? 

Een concreet antwoord vinden we bij Huisman. Zij vindt de structuren binnen de FNV nodeloos ingewikkeld, met veel meer organen dan gewenst. Naast het ledenparlement en de verschillende bestuurslagen zijn er bijvoorbeeld ook nog de sectorraden, waardoor het voor veel leden onduidelijk is waar de verantwoordelijkheden liggen. Vakbonden elders in Europa werken met een overzichtelijker systeem dat wegdoet met de vele bestuurslagen, waar de FNV in 2014 vanaf stapte. De hoeveelheid organen bemoeilijkt het begrijpen van democratische processen binnen de bond. Zegadło wijst eveneens op dit gebrek. Bovendien merkt hij op dat er tussen sectoren weinig sprake is van onderlinge solidariteit, wat volgens hem komt doordat leden niet op de hoogte worden gesteld van de lopende acties in andere sectoren. 

De ledeninspraak lijkt dan soms ook naar de achtergrond te verdwijnen. Inhakend op het recente gedoe binnen het FNV-bestuur stelt Daniel van Eijk Bos, ICT’er in de sector diensten, voorzichtig dat er iets van een machtsstrijd gaande lijkt te zijn. Strijd om wie het meeste te zeggen heeft over de vaarrichting van de bond, wat onmiskenbaar de leden moeten zijn.

Waarom is de bevrijding van Palestina belangrijk voor Nederlandse werkers?

Omdat, en dat beamen alle geïnterviewden, de onwrikbare steun aan het genocidale Israël doorsijpelt in alle hoeken van de Nederlandse productieprocessen. Charlie van Doesburg, docent en kandidaat voor sector handel, acht het onacceptabel dat alles dat men in Nederland koopt en verkoopt bijdraagt aan overzeese onmenselijkheden; dat van elke belastingcent die men betaalt een fractie regelrecht in de imperialistische collectezak verdwijnt. ICT’er Van Eijk Bos ziet in zijn sector dat voor zijn ogen gebeuren: ‘onze vaardigheden en arbeid gebruikt worden voor mensonterende doeleinden’. De nauwe banden tussen menig werkveld en de oorlogsindustrie maken dat mensen niet met een goed gevoel naar hun werk kunnen, zo stelt Huisman. 

Naast het feit dat de genocide in Gaza gevoerd wordt over de rug van de Nederlandse arbeider, is er nog het idee dat niemand vrij is todat iedereen dat is. Van Eijk Bos bestempelt dit terecht als moralisme, wat het niet minder waar maakt. De moord op het Palestijnse volk is een aanval op de internationale arbeidersklasse en vereist daarom een adequate reactie van de vakbond. 

Hoe kan de FNV concreet de strijd voor Palestina faciliteren?

Met meer dan een miljoen leden heeft de FNV de plicht zich uit te spreken tegen de genocide in Gaza, aldus Fuentaerba. Hiermee stipt hij meteen het belang van een groep als VSmP aan. Een groep die zaken als de Palestijnse continu zal agenderen binnen de grootste vakbond van Nederland ledenparlement is broodnodig. Vanaf december 2023 deed het ledenparlement er bijvoorbeeld een half jaar over om openlijk de genocide te veroordelen, vertelt Van Doesburg. Dat kan natuurlijk veel sneller. 

Fuentaerba ziet vooral baat bij het informeren van de vakbondsleden over de situatie in Palestina: ‘stel je voor dat een op de zeventien Nederlanders goed geïnformeerd is’. Eenmaal op de hoogte van de afgrijselijkheden kunnen de leden overgaan tot actie, in de vorm van bijvoorbeeld een staking. Zodra arbeiders hiertoe initiatief nemen, om Huismans woorden te gebruiken, moet de FNV erbovenop springen, ondanks dat staken om politieke redenen verboden is. Bij onze zuiderburen geldt een gelijksoortig verbod op politiek stakingen, en toch kunnen deze altijd steun verwachten vanuit de bonden. Zegadło concretiseert hoe die steun eruit zou kunnen zien. ‘De bond hoort bijvoorbeeld juridische hulp te bieden’, stelt hij. Of het nou gaat om het uitdragen van een standpunt, het informeren van leden of concrete stakingen organiseren, bij de FNV moet er wat betreft internationale solidariteit nog veel aan de weg getimmerd worden. 

Hoe kan de FNV een strijdbaardere vakbond worden?

Op deze afsluitende vraag volgden uiteenlopende antwoorden. Allereerst stelt Zegadło dat de FNV geen cao-machine moet zijn. Het louter economische gehakketak met werkgevers leidt af van politieke strijd. Daarnaast kan de FNV volgens Huisman nog veel doen om kaderlidmaatschap aantrekkelijker en toegankelijker te maken. De FNV moet radicale standpunten innemen én de hekken opengooien voor progressieve geluiden; niet capituleren aan conservatieve tendensen binnen de bond, aldus respectievelijk Fuentaerba en Van Eijk Bos. 

Van Doesburg doet de simpele maar effectieve suggestie strijdbare mensen te verkiezen voor het ledenparlement en het bestuur. Als stemmende leden ligt de strijdbaarheid van de FNV gedeeltelijk in onze handen. Dat is dus een oproep aan u, de lezer. Tot 26 februari kan er gestemd worden voor het ledenparlement, waar de stem van VSmP hard nodig is. 

VSmP heeft ook pins, die je bij je kan dragen om je solidariteit te uiten. Je kan ze onder andere kopen op de ROOD-shop. Alle opbrengsten gaan naar VSmP.