Op 9 september verscheen op de website van Paraat! het opiniestuk Het individualisme inherent aan democratisch centralisme. Het artikel poogt uiteen te zetten wat er mankeert aan het democratisch centralisme, en pleit voor een directe, federalistische ‘democratie’ als alternatief. Helaas berust het artikel duidelijk op een gebrekkig, onjuist en incompleet begrip van de organisatievorm die het aanvalt. In deze repliek zal ik, als trotse ‘discipel van Lenin’, een lans breken voor dit democratisch centralisme.
Het artikel begint al met een op zijn minst overdreven beschrijving van Leninistische denkbeelden. We zouden het democratisch centralisme zien als ‘een soort wondermiddel […] dat de organisatorische kwalen van de arbeidersklasse eindelijk zal kunnen genezen.’ Uiteraard geloven wij niet in wondermiddelen. Het democratisch centralisme is de enige mogelijkheid, een absoluut vereiste voor het vestigen van het socialisme, maar absoluut geen garantie voor succes. Dat heeft de geschiedenis uitgewezen.
Maar eerst een definitie. Ik denk dat de definitie die Geurts hanteert grotendeels correct is, maar om nog eens kort en bondig uiteen te zetten hoe ik democratisch centralisme zie: deze organisatievorm rust, zoals de naam al duidelijk maakt, op twee principes: het is democratisch: de besluiten worden genomen bij meerderheidsstemming, en het is natuurlijk centralistisch: de beslissingen van de hogere organen zijn bindend voor de lagere organen. Wat het congres of de ALV dus besluit, daar moeten alle afdelingen of groepen zich aan houden.
Geurts’ foutieve weergave van het democratisch centralisme
En dat brengt ons eigenlijk heel snel al bij de problematiek van dit artikel. Telkens heeft Geurts het over ‘hogere organen’ die hun wil zouden opleggen aan de weerloze basis van de partij. Geen enkele keer geeft het artikel een beschrijving van deze organen. Uit wie bestaan ze? Hoe komen ze daar? Hoelang blijven ze daar? Dit zijn geen randzaken, dit is de kern van de organisatievorm. Cruciale details worden zonder enige verantwoording weggewuifd: ‘Of deze functies rouleren of herroepbaar zijn, doet er niet aan toe.’ Maar dat doet er wel toe. Net zoals wie de hogere organen bekleedt, en wie dat bepaalt.
Want dat is de kracht van het democratisch centralisme. Het hoogste orgaan is niet een select groepje mensen, maar het congres, de gehele ledenbasis. Uiteindelijk is zij het die in deze organisatievorm de grootste lepel in de pap heeft. Het congres kan elk bestuurslid afzetten of aanstellen, elke regel van de statuten schrappen en elke paragraaf van het programma herschrijven. Geen enkel groepje machtsfiguren, waarover Geurts ons zulke angstaanjagende verhalen vertelt, kan het congres ook maar met één vinger tarten. Het congres, en dus de gehele ledenbasis, of in ieder geval de meerderheid daarvan staat altijd bovenaan de machtspiramide.
Ook over het verschil tussen federalisme en democratisch centralisme bestaan bij Geurts veel misverstanden: ‘Binnen het federalisme zijn alle organen strikt gebonden aan een gedelegeerd-mandaat. In de praktijk betekent dit dat functies en organen uitsluitend mogen handelen en spreken binnen vooraf vastgestelde, collectief goedgekeurde kaders.’ Dit is natuurlijk allerminst de splijtzwam tussen deze organisatievormen. Natuurlijk opereren onder het democratisch centralisme functies en organen binnen kaders, onze reglementen staan vol met dergelijke kaders. Het bestuur mag niet de statuten wijzigen, de afdelingsvoorzitter mag geen statements schrijven voor de landelijke website, en de IT-werkgroep gaat niet over de anti-NAVO-campagne. Het idee dat wij leninisten het liefste een groepje bloeddorstige machthebbers willen loslaten over de arbeidersbeweging, die zonder enig kader of beperking alles mogen doen wat ze willen, is eigenlijk lachwekkend.
Individualisme
Geurts’ centrale kritiek is dat het democratisch centralisme ‘individualistisch’ zou zijn, want ‘Het berust op een individualistisch geloof: het geloof dat de juiste individuen, eenmaal op de juiste posities geplaatst, de organisatie vooruit zullen helpen naar eigen inschatting.’ Maar dat is juist niet waarop democratisch centralisme zich baseert. Democratisch centralisme berust juist op de realisatie dat de mening van de gehele basis, de meerderheid van de leden, het congres, altijd bovenaan staat. Allesbehalve individualistisch dus.
Ook het idee dat democratisch centralisme om ‘vertrouwen gaat’ klopt niet. Dat is een logische conclusie wanneer je het feit dat in een daadwerkelijk democratisch centralistische partij bestuursleden altijd door het congres afgezet kunnen worden wegwuift in het begin van je artikel, maar als je dat feit erkent valt de redenering al snel uit elkaar. Je hoeft de bestuursleden helemaal niet te vertrouwen; als de inschatting die de partij bij de verkiezing van het desbetreffende bestuurslid uiteindelijk verkeerd bleek te zijn, zet je het bestuurslid gewoon weer af!
Het federalisme dat Geurts bepleit, waarbij het geheel, de ledenbasis als hoogste orgaan niet de mogelijkheid heeft dingen op te leggen aan individuen, is pas echt individualistisch. Dat geeft hen eigenlijk tussen de regels zelf ook al toe: ‘Wanneer we anderen toestaan om beslissingen voor ons te nemen en handhaven, vervreemden we onszelf van het fundamentele vermogen tot zelfbestuur.’ Dat individualistische verlangen naar ‘zelfbestuur’ staat haaks op het collectieve bestuur van de arbeidersklasse.
Als niemand het mandaat heeft besluiten te handhaven, zijn je besluiten waardeloos. De organisatie zegt na een democratisch proces A, maar het ene lid doet B en het andere C, en zonder hiërarchische structuren is dat niet te voorkomen. Zeker in een revolutionaire situatie moet je een georganiseerde vuist zijn die eendrachtig klappen kan uitdelen aan de burgerlijke staat.
En dat besef, die keuze, is de werkelijke splijtzwam in deze discussie. De partij als geheel, haar keuzes, boven je eigen verlangens zetten, dat is de kern van het democratisch centralisme. Dat is de enige weg naar arbeidersmacht, en dus de enige weg naar het communisme.
Dit artikel is een ongezonden opinieartikel en reflecteert niet noodzakelijk de standpunten van ROOD, de RSP, of de redactie. Wil je hierop reageren of een eigen artikel, zoals een opinieartikel of een brief, insturen? Neem contact op met de redactie via redactie@weesparaat.nl